Het toponiem wold(e) of woud(e) is afgeleid van het Oudnederlandse woord walt, Middelnederlands wout, wat 'uitgestrekt, ongeëxploiteerd bos'[1] of 'zompig bos inzonderheid in het zeekleigebied'[2] betekent. Een oudere vorm is het Germaanse *walþuz, 'woud, wildernis, heide', afgeleid van de Indo-Europese stam *u̯el- 'haar, wol, gras, aar, bos',[1][3] dat ook in Engeland en Duitsland is terug te vinden in de toponiemen wolds en weald resp. Wald. In Nederland zijn de verschillende varianten van het toponiem hoofdzakelijk ontstaan in vochtige, dichtbegroeide veen- en kleigebieden op het moment dat deze in cultuur werden gebracht.[1]
Met woud wordt in alle Germaanse taalfasen onontgonnen gebied of wildernis zonder menselijke activiteit aangeduid, zodat dit vermoedelijk de oorspronkelijke betekenis is. Dit in tegenstelling tot bossen die met loo, holt of wido of widu, zoals in Onstwedde, werden aangeduid. In Nederland bevonden deze onontgonnen bossen zich vooral op veen of klei, bijvoorbeeld aan de randen van de vochtige veengebieden tussen de rivierlopen van de Rijndelta, maar ook op de nattere zandgronden.
De varianten -wold, -wolde, -woold en -woolde komen voor in het noordoosten van Nederland, de varianten -woud en -woude in Friesland en het westen van Nederland. In officieel Friestalige plaatsnamen, zoals Earnewâld en Feanwâlden, komen de varianten -wâld en -wâlden voor.
-widu
Niet verwant is het Engelse wood, uit het Oudengels wudu, ouder widu 'bos; hout', dat is ontstaan uit het Proto-Germaanse woord *widu- en de Indo-Europese stam *u̯idʰu- 'boom, hout'.[1] Deze vorm vinden we in Nederland onder andere in de plaatsnamen Merwede (Mircwidu), Onstwedde (Uneswido), Kloosterwijtwerd (UUiduuurð), Ulsda (Olswyda), Vlagtwedde (Vlagtwede) en Winsewida (Winschoten of Sint-Vitusholt).
Voorbeelden die afgeleid zijn van *walþuz
- Eemswoude, Emmerwolde, Garmerwolde, Noord-Scharwoude, Popswoude, Reiderwolde, Rijnsaterwoude, Schildwolde, Spaarnwoude, Steerwolde, Vredewold, Westerwolde, Woolde, Zuid-Scharwoude, Verwolde.
Andere plaatsnamen, vermoedelijk afgeleid van *walþuz
Er zijn nog andere plaatsen met wo(o)ld(e) of woud(e) waarvan geen eenduidige oude vermeldingen zijn overgeleverd. Op zuiver taalkundige gronden is het daarom niet met zekerheid te zeggen of deze plaatsnamen zijn afgeleid van *walþuz.
In de meeste gevallen betreft het echter veenontginningsdorpen, die passen in het bovenstaande beeld.
- Aartswoud, Bellingwolde, Dantumawoude, Finsterwolde, Haakswold, Hazerswoude-Dorp, Hazerswoude-Rijndijk, Hoogwoud, Kropswolde, Murmerwoude, Nijeholtwolde, Paterswolde, Ravenswoud, Schellingwoude, Terwolde, Woold, De Woude, Zoeterwoude, Zuiderwoude, Zuidwolde.
Voorbeelden met een andere oorsprong
- Ellewoutsdijk is afgeleid van Aliwaldas dika (dijk van vreemde heerser)[2]
- Silvolde, oudste vermelding in uilla Suluelda met de stam -veld 'open vlakte'
- Woltersum of Waltersum (1283), vermoedelijk afgeleid van *Waldhereshûsum ('woning van de lieden van Waldahari')[4]
- Woudrichem is ontstaan uit Waldaharinga haim (woning van de lieden van Waldahari)[2]
Nieuwvormingen
Gemeentegrenzen Wijkgrenzen Buurtgrenzen Autosnelweg Secundaire weg Spoorweg | ██ Geselecteerde gemeente ██ Bebouwd gebied ██ Bos of park ██ Binnenwater, rivier of kanaal |
Ook in nieuwere plaatsnamen worden wold(e) of woud(e) gebruikt. Voorbeelden zijn: Oranjewoud (in 1676), Ruinerwold (in de 18e eeuw), Steenwijkerwold en Zeewolde (1984, een reminiscentie van Seaewald, vermeld in 793), de inmiddels voormalige gemeente Rijnwoude (1993) en de Nieuw-Vennepse wijk Getsewoud (1998).
Zie ook
- ↑ a b c d http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/woud
- ↑ a b c Maurits Gysseling: Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (vóór 1226), 1960
- ↑ Althochdeutsches Wörterbuch. Gearchiveerd op 26 februari 2024.
- ↑ De Vries, Groninger plaatsnamen, p. 282-283