Ahia uit Silo[1] (Hebreeuws: אחיה השילוני, Ahiya Hashiloni) - of Achia uit Silo in moderne vertalingen - was een profeet die leefde in de tijd van koning Salomo (975/970 v.Chr. tot 925 v.Chr.) en Jerobeam I (931 v.Chr. tot 901 v.Chr.).
Over Ahia staan twee verhalen in de Hebreeuwse Bijbel:
- Hij profeteerde hoe Salomo’s koninkrijk verdeeld zou worden en Jerobeam tien van de twaalf stammen zou krijgen, door een nieuw kledingstuk in twaalf stukken te scheuren en Jerobeam tien stukken te geven (die de noordelijke tien stammen van Israël symboliseerden).[2]
- Jerobeams zoon Abia werd ziek. Jerobeam stuurde zijn vrouw naar Ahia om van de profeet te vernemen of zijn zieke zoon zou herstellen.[3] De profeet, die intussen oud en blind was geworden, profeteerde dat de jongen spoedig zou sterven.[4]
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ 1 Koningen 11:28
- ↑ 1 Koningen 11:31-39
- ↑ 1 Koningen 12:15
- ↑ "In die tijd werd Jerobeams zoon Abia ziek. Jerobeam zei tegen zijn vrouw: ‘Kom, verkleed je zo dat niemand je als mijn vrouw herkent, en ga naar Silo. Daar woont de profeet Achia, die mij voorzegd heeft dat ik koning over dit volk zou worden. Neem tien broden, een paar koeken en een kruik honing voor hem mee en ga naar hem toe; hij zal je vertellen hoe het met onze zoon zal aflopen.’ De vrouw van Jerobeam deed wat hij gezegd had. Ze ging naar Silo, naar het huis van de profeet Achia. Achia kon niet meer zien, want zijn ogen waren door de ouderdom helemaal dof geworden. ... 'Ga nu naar huis. Zodra u de stad bereikt, zal uw kind sterven.'" 1 Koningen 14 : 1 - 4, 12 in de Nieuwe Bijbelvertaling