Albiet | ||||
---|---|---|---|---|
Mineraal | ||||
Chemische formule | NaAlSi3O8 | |||
Kleur | Wit, grijs of lichtblauwgroen | |||
Streepkleur | Wit | |||
Hardheid | 7 | |||
Gemiddelde dichtheid | 2,62 kg/dm3 | |||
Glans | glas | |||
Opaciteit | Doorzichtig tot subdoorschijnend | |||
Breuk | Oneffen | |||
Splijting | Perfect, [001] & goed, [010] | |||
Kristaloptiek | ||||
Kristalstelsel | triklien | |||
Brekingsindices | 1,528 - 1,542 | |||
Dubbele breking | 0,0090 - 0,0100 | |||
Lijst van mineralen | ||||
|
Het mineraal albiet is een natrium-aluminium-tectosilicaat met de chemische formule NaAlSi3O8. Het is een plagioklaas en behoort tot de veldspaten.
Eigenschappen
Het witte, grijze of lichtblauwgroene albiet heeft een glasglans, een witte streepkleur, een perfecte splijting volgens kristalvlak [001] en een goede volgens [010]. De gemiddelde dichtheid is 2,62 en de hardheid is 7. Het kristalstelsel is triklien en het mineraal is noch radioactief, noch magnetisch.
Naam
De naam van het mineraal albiet is afgeleid van het Latijnse albus, dat "wit" betekent.
Voorkomen
Albiet is een zeer veel voorkomende veldspaat in metamorfe en stollingsgesteenten. Het komt met name voor in pegmatieten. Het is het natrium-eindlid van de plagioklaas-reeks (albiet-anorthiet) en van de kaliveldspaat-reeks (albiet-orthoklaas). De typelocaties voor albiet zijn aangewezen als Amelia in Virginia, VS en de Bourg d'Oisans en Isère in Frankrijk.