Met de teloorgang van de Federalist Party na de Oorlog van 1812 en de afwezigheid van internationale spanningen was in de Verenigde Staten tijdens Monroes eerste termijn een relatieve bloeiperiode ontstaan die bekendstaat als de Era of Good Feelings. De Verenigde Staten hadden hun territorium uitgebreid en vijf nieuwe staten waren tot de unie toegetreden. Het Missouri-compromis had de binnenlandse spanningen tussen Noord en Zuid ook verminderd. Er was dan ook geen echte oppositie tegen Monroe en er werd feitelijk geen campagne gevoerd.
Alle kiesmannen in het kiescollege werden door Monroe gewonnen. Eén kiesman die de staat New Hampshire vertegenwoordigde koos bij de uiteindelijke stemming echter voor John Quincy Adams, Monroes minister van Buitenlandse Zaken. Er wordt gezegd dat hij dit deed om daarmee George Washington de enige president te laten blijven die unaniem door het kiescollege werd gekozen.
Voetnoot: In de strijd om het vicepresidentschap kreeg Tompkins "slechts" 218 kiesmannen achter zich. De resterende kiesmannen kozen voor Richard Stockton (8), Daniel Rodney (4), Robert Harper (1) en Richard Rush (1)