Alexander en Aristobulus († 7 v.Chr.) waren de zonen van Herodes de Grote en de Hasmonese prinses Mariamne. Aristobulus wordt ook wel aangeduid als Aristobulus IV om hem van andere personen uit de families van de Hasmoneeën en de Herodianen te onderscheiden. Alexander en Aristobulus hadden twee zusters: Salampsio en Cyprus.
Beoogd opvolger(s)
Alexander en Aristobulus groeiden vanaf 20 v.Chr. op in Rome, volgens Flavius Josephus in het huis van de senator Pollio. Vermoedelijk gaat het om Gaius Asinius Pollio, die in 40 v.Chr. consul was geweest en die goed bevriend was met Herodes.[1] In Rome kregen zij een gedegen opleiding. Bovendien kweekten zij banden met keizer Augustus en de keizerlijke familie. Herodes benoemde hen (of in ieder geval Alexander) met instemming van Augustus als zijn toekomstig opvolger(s) in de eerste versie van zijn testament (17 v.Chr.).[2] Bij de Joodse bevolking waren de broers mateloos populair vanwege de Hasmonese afkomst van hun moeder. Veel Joden verwachtten dat wanneer Alexander en/of Aristobulus eenmaal aan de macht waren, zij het Joodse Hasmonese koningshuis in ere zouden herstellen.
Herodes arrangeerde de huwelijken voor Alexander en Aristobulus (16 v.Chr.).[3] Aristobulus huwde met Berenice, de dochter van Salomé (de zuster van Herodes) en Costobarus. Alexander huwde Glaphyra, de dochter van koning Archelaüs van Cappadocië.[4]
Spanningen aan het hof
De populariteit van de prinsen wekte wrevel aan het hof, vooral bij Herodes' zuster Salomé (de schoonmoeder van Aristobulus). Zij had destijds de hand gehad in de dood van Mariamne, de moeder van Alexander en Aristobulus, en was volgens Flavius Josephus bang dat als de prinsen daartoe de gelegenheid zouden krijgen, zij de dood van hun moeder zouden wreken. Daarom begon zij aan het hof een lastercampagne tegen de prinsen.[5]
Herodes zelf bekeek de prinsen met steeds meer argwaan. In de tweede versie van Herodes' testament (14/13 v.Chr.) werd Herodes' oudste zoon Antipater naar voren geschoven als opvolger, ten koste van Alexander en Aristobulus.[6]
De spanningen kwamen tot een voorlopig hoogtepunt toen Alexander en Aristobulus op volwassen leeftijd uit Rome terugkeerden (12 v.Chr.) en hun populariteit onder de Joodse bevolking onverminderd groot bleek. Toen Herodes later dat jaar samen met Alexander en Aristobulus in Italië was, beschuldigde hij hen er tegenover keizer Augustus van dat zij een staatsgreep tegen hem voorbereidden. De prinsen ontkenden echter in alle toonaarden dat zij een complot in de zin hadden. Augustus raakte niet overtuigd van de beschuldigingen en maande Herodes zich met zijn zonen te verzoenen.[7] Mogelijk op aandringen van keizer Augustus nam Herodes Alexander en Aristobulus opnieuw op in zijn testament; zij zouden na zijn dood koningen worden, maar zij zouden in hun handelen verantwoording verschuldigd zijn aan Antipater.[8]
Levenseinde en dood
In de jaren die volgden kwamen er echter steeds vaker geruchten op over complotten die door Alexander (al dan niet samen met Aristobulus) zouden worden voorbereid. Herodes slaagde er echter niet in bewijzen te vinden en telkens werden de prinsen vrijgesproken, mede doordat Archelaüs van Cappadocië het voor hen opnam.
In 7 v.Chr. deden opnieuw geruchten over een complot de ronde, op een moment dat de prinsen nog in gevangenschap zaten omdat er onlangs een proces tegen hen was geweest. Nu aarzelde Herodes niet langer. Hij liet de prinsen naar Sebaste brengen en liet hen daar wurgen. Hun lichamen liet hij naar het fort Alexandrium brengen en begraven naast het graf van hun grootvader Alexander Janneüs.
Na de dood van de prinsen moest Herodes zich tegenover keizer Augustus en koning Archelaüs van Cappadocië verantwoorden voor zijn optreden. Hoewel zij Herodes' handelwijze afkeurden, was Herodes' politieke invloed zo groot dat de zaak met een sisser afliep. Augustus schijnt bij die gelegenheid gezegd te hebben: "Je kunt beter Herodes' varken zijn, dan zijn zoon."
Nakomelingen
Alexander en Glaphyra hadden drie kinderen: Tigranes, Alexander en nog een kind van wie de naam niet bekend is. Na de dood van Alexander keerde Glaphyra met haar kinderen terug naar haar vader in Kappadocië.[9] Alexanders en Glaphyra's zoon Tigranes V en hun kleinzoon Tigranes VI zouden later koning worden van Armenië. Glaphyra zelf keerde toch weer terug in de Herodiaanse dynastie, toen zij (na eerder getrouwd en gescheiden te zijn van Juba II van Numidië) in vermoedelijk 6 na Chr. trouwde met Herodes Archelaüs, een halfbroer van Alexander.
Aristobulus en Berenice hadden drie zonen - Herodes, Agrippa en Aristobulus - en twee dochters, Herodias en Mariamne. Herodes bood de kinderen van Aristobulus een opvoeding aan het hof en arrangeerde huwelijken voor hen. De nakomelingen van Aristobulus zouden later nog een belangrijke rol spelen in de Herodiaanse dynastie: Agrippa als koning Herodes Agrippa I, Herodes als Herodes van Chalkis en Herodias als de vrouw van Herodes Antipas.
Stamboom familie Herodes
Antipater | Kypros | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Costobarus | Salomé I | Phasaël I | Jozef | Pheroras | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doris | Mariamne I | Herodes de Grote | Mariamne II | Malthake | Cleopatra | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alexander | Aristobulus IV | Berenike | Antipatros | Kypros | Phasaël II | Salampsio | Jozef | Olympias | Herodes Archelaüs | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antipatros | Mariamne | Herodes Agrippa I | Kypros | Herodes Filippus | Herodias | Herodes Antipas | Aristobulus | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mariamne | Herodes van Chalkis | Julia Berenice | Drusilla | Herodes Agrippa II | Aristobulus van Chalkis | Salomé II | Filippus | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Berenicianus | Hyrcanus | Marcus | Antonia | Herodes | Agrippa | Aristobulus | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noten
- ↑ L.H. Feldman, "Asinius Pollio and Herod's Sons", in: idem, Studies in Hellenistic Judaism (Leiden: Brill, 1996) 52-56. F.J.A.M. Meijer en M.A. Wes, De Oude Geschiedenis van de Joden [Antiquitates Judaicae]. Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien (Amsterdam: Ambo, 1998) III 471 n.47. Een andere Pollio die in aanmerking komt, is Publius Vedius Pollio.
- ↑ Flavius Josephus, Ant. 15, 342-343. P. Richardson, Herod: King of the Jews and Friend of the Romans (Columbia: University of South Carolina Press, 1996) 34. Zie voor de datering Richardson, xix.
- ↑ Richardson, xix.
- ↑ Flavius Josephus, Ant., 16,11
- ↑ J. Knoblet, Herod the Great (University Press of America, 2005) 171.
- ↑ Richardson, 34
- ↑ Flavius Josephus, Ant. 16, 91-126
- ↑ Richardson, 35.
- ↑ Flavius Josephus, Ant. 16,11.193.206; BJ 1, 476