De Ballon d'Or (Nederlands: Gouden Bal) is een trofee die sinds 1956 wordt uitgereikt door het Franse tijdschrift France Football. Tot en met 1994 werd de trofee toegekend aan de beste Europese voetballer van het jaar die in een Europese competitie speelde. Vanaf 1995 kwamen ook niet-Europese spelers die in een Europese competitie speelden in aanmerking om de trofee te winnen en sinds de verkiezing van 2007 kunnen spelers over de hele wereld (en dus niet alleen in Europese competities) verkozen worden. Vanaf 2022 wordt de laureaut verkozen op basis van een voetbalseizoen en niet langer een kalenderjaar. De speler die de meeste stemmen krijgt, ontvangt als trofee een gouden bal.
Tussen 2010 en 2015 werd de prijs uitgereikt in samenwerking tussen France Football en FIFA, de prijs heette toen tijdelijk FIFA Ballon d'Or.[1] Vanaf 2016 wordt de Ballon d'Or opnieuw uitgereikt, nadat France Football en FIFA besloten hadden om hun samenwerking stop te zetten. FIFA ging de The Best FIFA Football Awards organiseren. De uitreiking vindt sinds 2019 plaats in het Théâtre du Châtelet in Parijs.
Winnaars
Overzicht van de winnaars
Jaar
Winnaar
Club
Beste Europese voetballer van het jaar in een Europese competitie
Diego Maradona en Pelé ontvingen vanwege hun verdiensten voor het voetbal een ere-Ballon d'Or in respectievelijk 1996 en 2013.[3][4]
Voetballer van de eeuw
In 1999 werd Pelé door France Football uitgeroepen tot voetballer van de eeuw, op basis van de stemmen van 30 van de 34 vorige Ballon d'Or-winnaars. Stanley Matthews, Omar Sívori en George Best onthielden zich van de stemming; Lev Jasjin was intussen overleden. Elke stemmer kon één tot vijf punten verdelen over vijf spelers, maar Alfredo Di Stéfano gaf slechts aan één speler punten, terwijl Michel Platini het bij twee spelers hield. George Weah koos dan weer twee spelers voor de vijfde plaats.[5]
Ter gelegenheid van het 60-jarige bestaan van de Ballon d'Or in 2016 publiceerde France Football een herevaluatie van de prijzen die vóór 1995 werden uitgereikt, toen alleen Europese spelers in aanmerking kwamen voor de prijs. Twaalf van de 39 Ballon d'Ors die tijdens deze periode werden uitgereikt, zouden achteraf zijn toegekend aan Zuid-Amerikaanse spelers. Naast Pelé en Diego Maradona werden Garrincha, Mario Kempes en Romário in retrospectief erkend als alternatieve winnaars. De oorspronkelijke winnaars bleven echter ongewijzigd.