Een hoofdje (capitulum) of korfje (anthodium) is een bloeiwijze waarbij de hoofdas schotelvormig of bolvormig is uitgegroeid tot een schotelvormige of kegelvormige bloembodem met dichtopeenzittende ongesteelde bloemen en een goed ontwikkeld omwindsel (schutbladen) zoals bij de composietenfamilie (Asteraceae).
Soms is er een duidelijk onderscheid tussen de bloempjes op de bloembodem. Er worden drie typen onderscheiden: lintbloemen, buisbloemen en straalbloemen (zie composietenfamilie). Tussen de bloemen kunnen soms vliezige schutblaadjes voorkomen, de stroschubben zoals bij valse kamille.
Sommige bloeiwijzen lijken op een hoofdje, maar zijn dat niet. Zo is de bloeiwijze bij klaver geen hoofdje maar een hoofdjesachtige tros.
-
Schotelvormig hoofdje van zonnebloem
-
Schotelvormige hoofdjes van boerenwormkruid
-
Schotelvormig hoofdje met schutblaadjes van buisbloemen van wilgkoeienoog (lengtedoorsnede)
-
Schotelvormig hoofdje van paardenbloem (lengtedoorsnede)
-
Schotelvormig hoofdje van paardenbloem met zaad
-
Schotelvormig hoofdje van klein kruiskruid met lange omwindselbladen
-
Kegelvormig hoofdje met stroschubjes van buisbloemen (lengtedoorsnede)
-
Kegelvormig hoofdje van echte kamille zonder stroschubben (lengtedoorsnede)
-
Kegelvormig hoofdje van schijfkamille zonder stroschubben (lengtedoorsnede)
-
Pluim met hoofdjes bij groot hoefblad
-
Tuil met hoofdjes bij duizendblad
-
Hoofdje van kleine pimpernel