Er wordt getwijfeld aan de juistheid van een of meer onderdelen van dit artikel.
Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina en pas na controle desgewenst het artikel aan.
Opgegeven reden: Bronvermelding is gewenst om de beweringen mee te staven. Diverse betekenissen ontbreken bovendien. (sjabloon geplaatst op 12 april 2020)
Dakhaas, balkhaas of dakkonijn is een eufemisme voor een huiskat als gerecht. De smaak van een kat ligt tussen die van een haas en een konijn volgens de Larousse. Tijdens de Hongerwinter eindigden veel 'dakhazen' in de pan.[1]
De naam wordt vooral gebruikt in het zuiden en oosten van Nederland. De naam wordt ook verbonden met Helmond, waarvan de inwoners ook wel werden aangeduid als 'kattenmeppers', die 'dakhazen' aten, misschien wegens grote armoede. In dat geval kan de aanduiding 'dakhaas' een eufemisme zijn. In het verlengde van de kat wordt het woord ook wel gebruikt voor mensen die veel op het dak zijn, zoals dakdekkers (denk ook aan zandhaas voor infanterist).
In het Stad-Utrechts dialect wordt achterlijke dakhaos gebruikt als scheldwoord, bijvoorbeeld in het cabaret van Herman Berkien en in het lied Tante Door van Pleps.