Duinmostrechterzwam | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Duinmostrechterzwam | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Clitocybe barbularum (Romagn.) P.D. Orton (1960) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
|
De duinmostrechterzwam (Clitocybe barbularum) is een schimmel in de orde Agaricales. Hij komt voor in het open duin tussen de mossen (grijze duinen).
Kenmerken
- Hoed
De hoed heeft een diameter van 10 tot 35 mm. Het is eerst gewelfd en wordt later vlakker. De hoed is hygrofaan en verbleekt bij uitdroging.
- Lamellen
De lamellen staan matig dicht bijeen.
- Steel
De steel is 14 tot 24 mm lang en 2 tot 3 mm dik. De kleur is donkergrijsbruin tot donkerbruin.
- Geur en smaak
De geur en smaak is melig.
- Sporen
De sporen meten 5,0 tot 7,0 (7,5) × 3,0 tot 4,0 (-4,5) µm en hebben Q-getal (verhouding lengte/breedte) van 1,5 tot 1,8. Ze hebben een stompe spitse basis.
Verspreiding
De duinmostrechterzwam komt in Nederland matig algemeen voor.
- NMV Verspreidingsatlas Paddenstoelen
- (en) Index Fungorum
- Veldgids paddenstoelen III: paddenstoelen van de zeereep, 2021 (2e druk), M. Noordeloos / ISBN 9789050117951, blz 31