Fiets-en-voetveren zijn veerpont- of veerbootverbindingen voor fietsers en wandelaars. Voetveren zijn alleen voor wandelaars. Fiets-en-voetveren liggen in de regel op plaatsen waar andere oeververbindingen ontbreken. Gemotoriseerd verkeer wordt daar omgeleid via de dichtstbijzijnde algemene oeververbinding. Meestal gaat het om pontjes die veel kleiner zijn dan algemene veerponten; soms betreft het eenvoudigweg een roeiboot. Veel fiets- en voetveren varen niet het hele jaar door.[1] Voetgangers en fietsers dienen als ze willen overvaren vaak een bel op de oever te luiden om de veerman te roepen.
Er bestaan ook zelfbedienings-fiets-en-voetveren waarbij men zich door middel van een wiel en kabel of ketting naar de overkant moet trekken.
Nederland telt ruim 150 fiets-en-voetveren, vaak over kleine waterwegen, maar ook verscheidene over rivieren zoals de Waal, de Rijn en de IJssel en over de Waddenzee. België heeft enkele tientallen fiets-en-voetveerverbindingen.
-
Rivierlandschap met een veerboot, Salomon van Ruysdael, 1649
-
Voetveer met rijwiel aan boord, Lisse (1952)
-
Voetveer in het Schellingwouderpark in Amsterdam-Noord
-
Voetpont over de Vaartsche Rijn bij Museumwerf Vreeswijk
Zie ook
- ↑ Boekje Overzetveren in de Benelux 7e herziene druk, 2012, ISBN/EAN: 978-90-803523-0-8