Florentius Schoonhoven | ||||
---|---|---|---|---|
Florentius Schoonhovius (onderschrift van Gerardus Traudenius)
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Florentius Schoonhovius | |||
Geboren | 1594 | |||
Geboorteplaats | Gouda | |||
Overleden | 5 oktober 1648 | |||
Overlijdensplaats | Gouda | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Florentius Schoonhovius (Gouda, 1594 - aldaar, 5 oktober 1648) was een Nederlands dichter (in het Latijn) en jurist.
Florentius Schoonhovius (Floris van Schoonhoven), zoon van de Goudse burgemeester en regent Dirck Jacobsz Schoonhoven (een vriend van Hugo de Groot) en Niesje Verharst (dochter van de Goudse burgemeester Floris Verharst), doorliep de Latijnse school bij Wilhelmus Traudenius in Gouda en studeerde daarna vanaf 1611 filosofie en rechten in Leiden. Na het afronden van zijn Leidse studie in 1614 maakte hij een reis door Europa en studeerde enige tijd in Orléans en Angers. Na zijn terugkeer vestigde zich als jurist in Gouda. Zijn moralistische dichtwerken in het Latijn (Emblemata) werden gedrukt bij Jasper Tournay in nauwe samenwerking met Andreas Burier te Gouda. Hiervan verscheen een Nederlandse vertaling/ bewerking door Jacob van Zevecote (Emblemata ofte Sinnebeelden met Dichten verciert, 1626 en 1638).
Schoonhovius bekeerde zich op latere leeftijd tot het katholicisme. Volgens de stadshistoricus Ignatius Walvis was zijn weerzin tegen de gerezen twisten tussen Gomarus en Arminius zo groot, "dat hij tot zijne moederkerke wederkeerde".[1] Waarschijnlijk is deze stap de reden, dat hij niet - zoals zijn vader en grootvader - burgemeester van Gouda is geworden (hoewel dit abusievelijk wel in een toelichting bij zijn portret door het Rijksmuseum wordt beweerd).[2] Hij was dijkgraaf van de Krimpenerwaard, een functie die hij in 1624 verloor, waarschijnlijk, volgens Abels, vanwege zijn overgang naar het katholicisme.[3]
Schoonhovius kocht in 1634 een huis op de Westhaven in Gouda, naast het huis van zijn vader. In de voorgevel van dit huis bevindt zich een gevelsteen met zijn familiewapen. Hij trouwde in 1616 met de uit Haastrecht afkomstige Anna Thomasdr.
Gedicht van Florentius Schoonhoven
- EMBLEMA XVI
- Quid sibi vult rabido Vulpes conjuncta Leoni?
- Scilicet ut Vires adjuvet usque Dolus
- Wat wil het zeggen dat de wilde leeuw een vos naast zich heeft?
- Natuurlijk dit
- dat kracht met listigheid gepaard moet gaan.
- (vertaling dr. J.H. Meter)[4]
Bibliografie
- Poemata, Leiden 1613
- Emblemata partim moralia, partim etiam civilia, Gouda 1618; Leiden 1626; Amsterdam 1635, 1648; herdr. Hildesheim/ New York 1975
- Duizend jaar Gouda, een stadsgeschiedenis, Hilversum 2002, blz. 485
- Abels, Paul H.A.M. Goudana, een nieuwe artikelenreeks in: Tidinge van die Gouda, jaargang 24, nr. 1, blz. 19 t/m 23, 2006
- K.A.E. Enenkel, ‘Florentius Schoonhoven’ in: Jan Bloemendal en Chris Heesakkers, eds., Bio-bibliografie van Nederlandse Humanisten. Digitale uitgave DWC/Huygens Instituut KNAW (Den Haag 2009)
Noten
- ↑ Beschryving der stad Gouda, Ignatius Walvis, Leiden, 1713, blz. 313
- ↑ Rijksmuseum
- ↑ Volgens Enenkel heeft hij nooit politieke ambten bekleed. Abels noemt echter de functie van dijkgraaf van de Krimpenerwaard, een functie die hij in 1624 verloor.
- ↑ Schrik niet als je onderweg een dichter tegenkomt, een literaire wandeling door Gouda (1992)