Jacob Groot (Venhuizen, 2 juli 1947) is een Nederlands dichter, schrijver, essayist en vertaler. Hij was van 1994 tot 1999 redacteur van De Revisor. In 2012 kreeg hij de A. Roland Holst-Penning. Groots werk wordt uitgegeven door De Harmonie.
Groot vertaalde onder meer van Charles Baudelaire de prozagedichten Le Spleen de Paris (Het spleen van Parijs: kleine gedichten in proza, 1980), van Gérard de Nerval de novelle Sylvie (1981), van John Cowper Powys de roman Wolf Solent (1984) en van Thomas Bernhard Erzählungen (Vertellingen, 1991).
Bibliografie
- 1970 - Net als vroeger (onder pseudoniem van Jacob der Meistersänger)
- 1972 - Uit de diepten (poëzie)
- 1975 - Op komst (poëzie)
- 1980 - De droom van het denken (poëzie)
- 1980 - Leeg (poëzie)
- 1980 - Nieuwe muziek. Een Herman Gorterboek (essay)
- 1980 - Moderne poëzie, in Bulkboek 93
- 1983 - De verzoening (roman)
- 1986 - Topgeluk (poëzie)
- 1993 - Losse schuur (poëzie)
- 1998 - Natuurlijke liefde (poëzie)
- 1999 - Hoe de wereld beschreven moet worden (poëzie)
- 2002 - Zij is er (poëzie)
- 2004 - Gelukkige Lippen (essays)
- 2005 - Heerlijkheid van luchtmetaal (poëzie)
- 2008 - Billy Doper (roman)
- 2009 - Lofzang (poëzie)
- 2010 - Divina Noir (poëzie)
- 2012 - Adam Seconde (roman)
- 2014 - Nieuwe zon: een megagedicht (poëzie)
- 2016 - Geloof in mij: een gelijkenis (roman)
- 2018 - Verlies me niet - een gedicht (poëzie)