Jakob Kraus | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Geboren | Groningen, 14 oktober 1861 | |||
Overleden | Den Haag, 24 augustus 1951 | |||
Partij | Liberale Unie | |||
Titulatuur | Dr. | |||
Handtekening | ||||
Functies | ||||
1905-1906 | minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid | |||
1906-1908 | minister van Waterstaat | |||
1911-1912 | lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal | |||
|
Jakob Kraus (Groningen, 14 oktober 1861 – Den Haag, 24 augustus 1951) was een Nederlands waterbouwkundige, hoogleraar en minister van - in hoofdzaak - Waterstaat.
Levensloop
Opleiding en vroege carrière
Na de HBS in Groningen ging Kraus studeren aan de toenmalige Polytechnische School te Delft, waar hij in 1883 afstudeerde als civiel ingenieur.[1]
Na zijn afstuderen begon Kraus als ingenieur bij de Staatsspoorwegen, waar hij meewerkte aan de aanleg van de spoorlijn tussen Groningen en Delfzijl. Daarna werkte hij aan de technische inrichting van het krankzinnigengesticht in Medemblik, waarvoor hij de stoomverwarming, de oliegasfabriek en de waterleiding ontwierp. Verder werkte hij mee aan de aanleg van het Kanaal Almelo-Nordhorn.[2]
Hoogleraar en adviseur
In 1886 begon hij bij de Polytechnische School als assistent voor de weg- en waerbouwkunde op de afdeling van Nicolaas Hubertus Henket en Jean Marie Telders. Studenten waren heel enthousiast over hem. Kraus werd actief bij het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, en werd hoofdredacteur van De Ingenieur. Kraus startte ook een particulier ingenieursbureau op, maar vertrok daarop naar Chili.
In 1890 was hij aangesteld als hoogleraar in de waterbouwkunde aan de Universiteit van Santiago.[2] Als waterbouwkundige ontwierp Kraus waterwerken in Chili en Peru en adviseerde over de haven in Curaçao. Zijn belangrijkste werk in die periode is de aanleg van een droogdok bij Talcahuano. De Franse aannemers Dussaud & Chambon kregen van de Chileense regering gedaan dat Kraus tijdelijk werd afgestaan aan deze aannemers voor de bouw van het aan te leggen droogdok. Van tijdelijk, werd hij blijvend hoofdingenieur van deze bouwonderneming. Terug in Nederland in 1898 werd hij hoogleraar waterbouwkunde aan de Polytechnische School te Delft. Begin 1900 kreeg hij de opdracht om de opleiding te reorganiseren als voorbereiding op de wet van 22 mei 1905 op het hoger onderwijs, waarbij de school de status van universitaire opleiding kon krijgen. Het academisch niveau van de opleiding werd daarmee erkend, en de Hoogeschool kreeg de status van Universiteit. Ook het promotierecht werd daarmee ingevoerd. In 1905 werd de Polytechnische School dan ook de Technische Hogeschool, en Kraus de eerste rector magnificus.
Op 27 januari 1910 vertrok hij samen met G.J. de Jongh in opdracht van de minister van Koloniën voor bijna een half jaar naar het toenmalige Nederlands-Indië om advies uit te brengen over de verbetering van de havens van Soerabaja, Makassar en Tandjong Priok.
Politiek
Kraus was van 1908 tot 1911 lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland en van 1911 tot 1922 lid van de Eerste Kamer. Ook was hij in deze periode lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland. Voor het kabinet-De Meester was hij door de formateur gevraagd voor het ministerschap van van Waterstaat voor de Liberale Unie, wat hij van 1905 tot 1908 vervulde. Maar vanwege een reis naar Chili voor advies aan de Chileense regering die hij al enige tijd daarvoor toegezegd had, kon hij in 1906 enige tijd niet functioneren als minister. Deze reis werd om die reden sterk bekritiseerd. HIj gebruikte zijn tijd aan boord voor het bestuderen van spoorwegkwesties en het Zuiderzeevraagstuk. Terug in Nederland kwam hij voor de dag met een wetsontwerp met betrekking tot de Zuiderzee, dat echter niet in behandeling werd genomen. [3]
Als gevolg van zijn ministerschap stopte hij als rector magnificus aan de Technische Hogeschool.[4][5]
Personalia
In 1886 trouwde Jakob Kraus met Frederika Magdalena Uithof. Hij is begraven op de begraafplaats Jaffa in Delft.
Onderscheidingen
In 1906 werd hij door de TH Delft gepromoveerd tot Doctor Honoris Causa. Hij was daarmee de eerste eredoctor van de TU Delft.
Hij was commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw, commandeur in de Orde van Oranje Nassau en Groot-Officier in de Orde „Al Merito" van Chili.
In 2017 werd prof. dr. ir. Kraus geselecteerd voor de Alumni Walk of Fame[6] ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van de TU Delft. Kraus kreeg dit eerbetoon omwille van zijn uitzonderlijke loopbaan en zijn benoeming als eerste rector magnificus van de Technische Hogeschool.
- (24 april 1886). Baksteen of Basalt. De Ingenieur 1
- Kraus, Jacob (1999). Het droogdok te Talcahuano (Chili).. Tijdschrift van het KIvI 1998-1899: 1-14 + platen 1-13 (pdf 165-172 en 216- 244)
- Rede uitgesproken door den Rector Magnificus der Technische Hoogeschool ter gelegenheid van de plechtige opening der Technische Hoogeschool te Delft door Hare Majesteit Koningin Wilhelmina op maandag den 10den juli 1905
- Verslag over de verbetering van haventoestanden van Soerabaia, met G.J de Jongh (1910)
- Verslag aan Hare Majesteit de Koningin door de Staatscommissie inzake den toegang tot Nederland door het Noordzeekanaal (1911)
Bronnen
- van Sandick, Rudolf Adriaan (15 december 1900). J. Kraus. De Ingenieur 15 (50)
Referenties en voetnoten
- ↑ "Oud minister prof.ir.dr.Kraus overleden", Nieuwsblad van het Norden, 31 augustus 1951. Geraadpleegd op 15 juli 2024. – via Delpher.
- ↑ a b "Jakob Kraus," in: De Ingenieur 15e Jaargang, (1900) No 50, 15 dec 1900. p. 1
- ↑ "prof.dr.ir. J. Kraus overleden", Het Vaderland, 31 augustus 1951. Geraadpleegd op 15 juli 2024. – via Delpher.
- ↑ Beschrijving Jacob Kraus, Nationaal Archief. Gearchiveerd op 9 februari 2019.
- ↑ Biografie van J. Kraus, Nederlandse Grondwet
- ↑ Jacob Kraus. Historische Alumni Lustrumuitgave 2017. TU Delft, Alumni Walk of Fame. Gearchiveerd op 28 januari 2020. Geraadpleegd op 28 januari 2020.
Rector magnificus van de Technische Universiteit Delft juli 1905 - augustus 1905 |
Opvolger: Sebastiaan Hoogewerff | |
Voorganger: J.C.de Marez Oyens |
Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid 1905-1906 |
Opvolger: J.D. Veegens |
Voorganger: J.D. Veegens |
Minister van Waterstaat 1906-1908 |
Opvolger: J.G.S. Bevers |