Op de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta viste Grigorjeva met een vierde plaats op de 4 x 100 m estafette net naast de medailles. Op de wereldkampioenschappen van 1997 in Athene behaalde ze op de 4 x 100 m estafette en de 200 m de finales. Op het individuele nummer werd ze vierde in 22,50 s en met de Russische estafetteploeg eindigde ze op een vijfde plaats.
Haar beste prestaties leverde Jekaterina Grigorjeva in 2006 door op de Europese kampioenschappen in Göteborg allereerst op de 100 m een zilveren medaille te veroveren. Met een tijd van 11,22 eindigde ze achter de BelgischeKim Gevaert (goud; 11,06) en voor haar landgenote Irina Chabarova (brons; 11,22). Vervolgens snelde zij naar het goud op de 4 x 100 m. Samen met Joelia Goesjtsjina, Natalja Roesakova en Irina Chabarova kwam het Russische team tot 42,71, ver voor het Britse team dat in 43,51 tweede werd en het viertal Wit-Russinnen, dat in 43,61 als derde finishte.