John Surtees | ||
---|---|---|
John Surtees op 77-jarige leeftijd tijdens de Goodwood Revival in 2011
| ||
Volledige naam | John Norman Surtees | |
Geboren | Tatsfield, 11 februari 1934 | |
Overleden | Tooting, 10 maart 2017 | |
Nationaliteit | Verenigd Koninkrijk | |
Team | Norton / MV Agusta | |
Kampioenschappen | 1956: 500cc-klasse,
1958: 350cc-klasse en 500cc-klasse, 1959: 350cc-klasse en 500cc-klasse, 1960: 350cc-klasse en 500cc-klasse. | |
Overwinningen | 38 | |
Aantal podia | 45 |
John Surtees (CBE) was een Brits motor- en autocoureur die er als enige ooit in slaagde om zowel op de motorfiets (7x) als in een Formule 1-auto (1x) wereldkampioen te worden[1]. Zijn beste seizoenen in de motorrace waren die van 1958 en 1959, waarin hij alle (25) wedstrijden waarin hij startte wist te winnen. In het seizoen 1960 werd hij de eerste coureur die de Senior TT op het eiland Man drie jaar op rij had gewonnen. Zijn beste seizoen in de Formule 1 was dat van 1964, toen hij wereldkampioen werd. Hij was de vader van autocoureur Henry Surtees. Deze verongelukte op 19 juli 2009 op het circuit van Brands Hatch. John Surtees was ook de oprichter/eigenaar van de Surtees Racing Organisation.
Wegracecarrière
Norton Manx uit 1955 |
MV Agusta 500 4C uit 1956 |
Bill Lomas (links), winnaar van de 350cc-race in de TT van Assen van 1956, feliciteert John Surtees, winnaar van de 500cc-race |
Onderweg naar de overwinning in Assen, 1959 |
MV Agusta 500 4C uit 1960 |
Surtees na zijn val in de 500cc-race van Assen in 1960 |
Op 14-jarige leeftijd nam Surtees al deel aan een zijspanrace waarbij zijn vader Jack, een motorhandelaar uit Londen, de Vincent-motorfiets bestuurde. Ze wonnen de race, maar werden gediskwalificeerd, omdat John te jong bleek[2]. Jack Surtees was een bekend grasbaanracer. In 1948 was hij South Eastern Centre zijspankampioen. Toen John 15 was reed hij zijn eerste grasbaanrace en in 1950, op 16-jarige leeftijd, ging hij als leerling bij de Vincent-fabriek in Stevenage werken. In 1951 onderscheidde hij zich toen hij de superster Geoff Duke goed tegenstand bood op het Thruxton Circuit.
Wereldkampioenschap wegrace
In het WK-seizoen 1952 scoorde Surtees zijn eerste WK-punt, toen hij met een Norton Manx zesde werd in de 500cc-race van de Ulster Grand Prix. In het seizoen 1953 kreeg hij twee fabrieks-aanbiedingen voor de TT van Man. Dr. Josef (Joe) Ehrlich bood hem een 125cc-EMC aan voor de Lightweight 125 cc TT en Joe Craig, teammanager van Norton, bood hem fabrieks-Manxen aan voor de 350cc-Junior TT en de 500cc-Senior TT. Tijdens de training brak echter de voorvork van de EMC. Ter hoogte van het dorpje Ballaugh kwam Surtees ten val en brak hij een pols, waardoor hij de races moest laten schieten.
Norton
In het seizoen 1954 reed hij als privérijder met Nortons, maar in het seizoen 1955 kreeg hij weer fabrieksracers van Joe Craig. Het was het laatste jaar dat Norton als fabrieksteam optrad, want de Nortons waren al lang geen partij meer voor de 500cc-viercilinders van Gilera en MV Agusta en de Moto Guzzi Monocilindrica 350. Surtees werd de teamgenoot van John Hartle en Bob McIntyre, maar het werd een teleurstellend seizoen, hoewel hij wel podiumplaatsen haalde in de 350cc-GP van Duitsland en de 350cc-Ulster Grand Prix. Daar haalde hij ook zijn grootste succes van het jaar, door de 250cc-race te winnen met een NSU Sportmax-productieracer.
MV Agusta
1956: eerste wereldtitel
MV Agusta had sinds 1950 steeds in de schaduw gestaan van Gilera en Norton. Het had bijna altijd vertrouwd op Italiaanse coureurs, die in elk geval in het nadeel waren op de Mountain Course op het eiland Man. Dit 60km-lange stratencircuit was erg moeilijk om te leren kennen en ook het 12 km-lange Dundrod Circuit in Ulster was niet eenvoudig. Gilera had daarom al jaren gebruik gemaakt van de kennis van Britse coureurs als Les Graham, Reg Armstrong, Dickie Dale en Geoff Duke. Voor het seizoen 1956 lagen de kaarten voor MV Agusta gunstig. Als gevolg van de rijdersstaking tijdens de TT van Assen was bijna het hele Gilera-team voor een half seizoen geschorst. John Surtees werd bij MV Agusta als eerste rijder aangesteld, geholpen door oud-wereldkampioen Umberto Masetti, die niet aan alle races mocht deelnemen en duidelijk tweede viool moest spelen. Het seizoen begon dus zonder wereldkampioen Geoff Duke en tweede Reg Armstrong. Surtees won de Senior TT en werd vijfde in de Junior TT, maar hij werd gediskwalificeerd omdat hij voor de gloednieuwe MV Agusta 350 4C benzine van een toeschouwer had gekregen. Surtees won vervolgens de 500cc-race van de TT van Assen, maar in de 350cc-klasse moest hij de eer laten aan Bill Lomas (Moto Guzzi). Tijdens de Belgische Grand Prix waren de schorsingen voor de Gilera-coureurs voorbij, maar Geoff Duke, die de snelste ronde reed, en Reg Armstrong vielen uit en Surtees won de 500cc-race en ook de 350cc-race. De grootste bedreiging in het 500cc-WK kwam dan ook niet van Gilera, maar van Walter Zeller met zijn BMW RS500 met injectie. Surtees verliet België met 24 punten in de 500cc-klasse en 14 punten in de 350cc-klasse. Tijdens de training van de 350cc-GP van Duitsland kwam Surtees echter ten val, waardoor hij voor de rest van het seizoen was uitgeschakeld. Er waren nog drie GP's te gaan, Armstrong won de 500cc-klasse en kon theoretisch nog op gelijke hoogte met Surtees komen. In de 350cc-klasse werd hij in Duitsland al gepasseerd door August Hobl (DKW) en Bill Lomas. Tijdens de 500cc-Ulster Grand Prix van 1956 vielen zowel Zeller als Armstrong uit en daardoor was John Surtees zeker van zijn eerste wereldtitel. In de 350cc-klasse sloot hij het seizoen als vierde af.
1957, Gilera is terug
In het seizoen 1957 kon Gilera weer het hele seizoen rijden. Het trad aan met een groot en sterk team, met als eerste rijder Geoff Duke en het huurde Bob McIntyre in om hem te ondersteunen. Maar het team bestond ook nog uit Libero Liberati en Alfredo Milani. Behalve de Gilera 500 4C opende het met de Gilera 350 4C ook de aanval op de Moto Guzzi Monocilindrica 350. MV Agusta stelde daar niet alleen een mager team tegenover met John Surtees, Terry Shepherd en Umberto Masetti, het stuurde Surtees ook nog alleen naar de TT van Man én het had grote problemen met de betrouwbaarheid, vooral met de MV Agusta 350 4C, maar ook met de 500 4C. Gilera verloor zijn eerste rijder al voor het seizoen, toen Duke geblesseerd raakte tijdens een voorjaarsrace op Imola. Bob Brown werd zijn vervanger, maar Libero Liberati won de 350- en de 500cc-GP van Duitsland. Gilera stuurde weer geen Italianen naar de Isle of Man TT, maar daar won McIntyre voor Surtees de Senior TT. Hij won ook de Junior TT, waarin Surtees slechts vierde werd. Surtees won de 500cc-TT van Assen waardoor hij, McIntyre en Liberati gelijk op 14 punten stonden. In de 350cc-klasse stond Surtees na Assen slechts op de zevende plaats. Liberati won de 500cc-race van de GP van België, terwijl Surtees uitviel. Surtees viel ook in de 350cc-race uit. Liberati had in de 500cc-klasse nu 8 punten voorsprong op McIntyre en Surtees. In de 500cc-Ulster GP reed Surtees de snelste ronde, maar hij viel weer uit. Liberati won voor McIntyre en was nu zeker van de wereldtitel. Ook in de 350cc-race viel Surtees uit. In de laatste race, de GP des Nations, was Gilera oppermachtig. Liberati won de 500cc-race voor de eindelijk herstelde Duke en Alfredo Milani. Surtees werd slechts vierde. In de 350cc-race, gewonnen door McIntyre, viel Surtees weer uit. Tijdens deze race "dreigde" MV Agusta met twee nieuwe wapens: John Hartle (ingehuurd op advies van Surtees) verscheen met de MV Agusta 500 6C-zescilinder, maar hij startte er niet mee. John Surtees beëindigde het seizoen als derde in de 500cc-klasse en als tiende in de 350cc-klasse.
1958: tweede en derde wereldtitel
Op 26 september 1957 hadden Gilera, Moto Guzzi, Mondial en MV Agusta bekend gemaakt dat ze zich zouden terugtrekken uit alle snelheidssporten. Als belangrijkste reden werd aangevoerd dat de raceresultaten zich niet vertaalden in internationale verkopen. Dat was ook zo, weinig niet-Italianen kochten Italiaanse motorfietsen. Gilera had de peperdure 500cc-racers maar had voor de klanten slechts de 500cc-eencilinder Gilera Saturno te bieden. Moto Guzzi had enorm veel uitgegeven om eerst de Quattro Cilindri (viercilinder) en later de Moto Guzzi Otto Cilindri (achtcilinder) te ontwikkelen, maar leverde de liggende eencilinder Falcone. Voor MV Agusta ging dat echter niet op: het leefde van de bouw van vliegtuigen en helikopters en de motorrace was niet meer dan een hobby van de eigenaar, graaf Domenico Agusta. MV Agusta brak deze belofte echter. Alle concurrentie was immers verdwenen: in de 500cc-klasse Norton (gestopt in 1955), BMW (gestopt in 1957) en nu ook Moto Guzzi en Gilera, in de 350cc-klasse Moto Guzzi en DKW (gestopt in 1957) en in de 125- en 250cc-klasse NSU (gestopt in 1954) en Mondial. In de Isle of Man TT werd meteen duidelijk hoe de verhoudingen nu lagen. Hartle viel in beide races uit, maar Surtees won de Senior TT met ruim vijf minuten voorsprong op Bob Anderson (Norton) en de Junior TT met ruim vier minuten voorsprong op Norton-rijder Dave Chadwick. Surtees won ook in de volgende drie GP's al zijn races en was al zeker van beide wereldtitels, waardoor MV Agusta de verre reis naar de GP van Zweden kon overslaan (althans voor de zwaarste klassen). Het betekende ook dat MV Agusta voorlopig niets meer aan de ontwikkeling van haar motorfietsen hoefde te doen. Ook het zescilinder-project werd stilgelegd, hoewel Hartle er in de GP de Nations mee startte, maar uitviel.
1959: vierde en vijfde wereldtitel
Het seizoen 1959 verliep nog voorspoediger. Hij startte in alle 350- en 500cc-races en won ze allemaal. In de 500cc-klasse werd Remo Venturi nu zijn teamgenoot, terwijl Hartle naar de 350cc-klasse verhuisde. Venturi werd echter niet naar Man gestuurd, daar reed Hartle de 500cc-versie van de zescilinder (er was ook een 350cc-exemplaar), maar viel opnieuw uit.
1960: zesde en zevende wereldtitel
Het seizoen 1960 verliep met enkele kleine tegenvallers. In de 350cc-Franse GP werd Surtees door ontstekingsproblemen terug naar de derde plaats, maar zijn nieuwe teamgenoot Gary Hocking (Hartle was weer privérijder met een Norton Manx geworden) won die race. In de TT van Man kreeg Hartle vanwege zijn circuitkennis de 500- en 350cc-machines van Hocking, die op zijn beurt de nieuwe MV Agusta 250 Bicilindrica in de Lightweight TT mocht inzetten. Surtees won de Senior TT, maar werd in de Junior TT achter Hartle tweede omdat zijn derde versnelling wegviel. In de TT van Assen won Surtees de 350cc-race, maar in de vijfde ronde van de 500cc-race viel hij hard, waardoor hij zijn race moest staken. Hij won de 500cc-races in België en Duitsland, waardoor hij al wereldkampioen in die klasse was. In de 500cc-Ulster GP moest hij door een mechanisch probleem een inhaalrace rijden, maar hij kon teamgenoot Hocking niet meer bedreigen. Hij won wel de 350cc-race en daardoor was hij ook 350cc-wereldkampioen. In de 500cc-GP des Nations was MV Agusta zo oppermachtig, dat alleen Surtees en zijn gelegenheids-teamgenoot Emilio Mendogni in dezelfde ronde finishten. In de 350cc-race gaf Surtees op toen zijn MV Agusta vermogen begon te verliezen, maar dat kwam eigenlijk goed uit voor Gary Hocking, die zich in het seizoen geconcentreerd had op de 250cc-klasse, maar door zijn overwinning zijn tweede plaats in de 350cc-klasse veilig wist te stellen.
Formule 1-carrière
John Surtees | ||||
---|---|---|---|---|
Formule 1-carrière | ||||
Jaren actief | 1960-1972 | |||
Teams | Lotus, Cooper, Lola, Ferrari, Honda, BRM (British Racing Motors), McLaren, Surtees | |||
Races | 113 (111 starts) | |||
Kampioenschappen | 1 (1964) | |||
Overwinningen | 6 | |||
Podiums | 24 | |||
Polepositions | 8 | |||
Punten | 180 | |||
Eerste race | Monaco (1960) | |||
Eerste overwinning | Duitsland (1963) | |||
Laatste overwinning | Italië (1967) | |||
Laatste race | Italië (1972) | |||
|
1965: In een Ferrari 330P tijdens de 1000 km van de Nürburgring |
Zandvoort 1967: Surtees in de Honda RA273 |
Dutch GP 1969, in de BRM P138 op Zandvoort. |
Gijs van Lennep, ingeschreven door de Stichting Autoraces Nederland, in de Surtees TS9 krijgt instructies van John Surtees (Zandvoort, 1971) |
1960, Lotus-Climax
Al in 1959 testte John Surtees onder de ogen van teammanager Reg Parnell de Aston Martin DBR1-sportwagen. Op 14 mei 1960, voor aanvang van het WK-seizoen 1960, debuteerde hij voor het Team Lotus in de BRDC International Trophy op Silverstone[3], maar hij viel uit door een olielek. Op 26 mei, tussen de Motor-GP's van Frankrijk en Man in, reed hij zijn eerste echte Formule 1-GP, de Grand Prix van Monaco. Hij viel uit door transmissieproblemen. Op 3 juli racete hij weer met zijn motor, maar op 16 juli werd hij achter Jack Brabham tweede in de Britse Grand Prix. Voor de GP van Portugal stond Surtees op poleposition en hij reed ook de snelste ronde, maar viel uit door een defecte radiateur. Hij sloot het seizoen als twaalfde af.
1961, Cooper-Climax
In het seizoen 1961 was Reg Parnell als teammager overgestapt naar het Yeoman Credit Racing Team dat voortkwam uit het British Racing Partnership[4]. Men reed met de Cooper T55 met Climax FPF 2.5 L4-motor. Surtees kwam in dit team met Roy Salvadori als teamgenoot. Surtees scoorde vijfde plaatsen in de GP van België en de GP van Duitsland en werd opnieuw twaalfde in de eindstand.
1962, Lola-Climax
In het seizoen 1962 bleef Surtees bij hetzelfde team, dat van auto en van naam veranderde. Het werd nu Bowmaker-Yeoman Credit Racing Team en reed met de Lola Mk IV met Climax-motor. Surtees had een heel goed seizoen, met 2 vijfde en 1 vierde plaats, maar ook 2 tweede plaatsen. Hij sloot het seizoen als vierde af. Teamgenoot Salvadori had juist een dramatisch seizoen. Hij finishte geen enkele keer.
1963, Ferrari
In het seizoen 1963 ging Surtees naar Scuderia Ferrari waar hij de vertrokken Phil Hill verving. Ferrari had in 1962 een slecht seizoen gehad met als beste resultaat de tweede plaats voor Hill in de GP van Monaco. Het was slechts zesde in de constructeurskampioenschap geworden. Ook in 1963 ging het nog niet goed, maar Surtees scoorde de enige Ferrari-overwinning in de GP van Duitsland. In het wereldkampioenschap eindigde hij weer als vierde. Ferrari werd in het constructeurskampioenschap eveneens vierde.
1964, Ferrari, wereldtitel
Het seizoen 1964 begon slecht voor Surtees, die in de eerste vier races drie keer uitviel, terwijl Jim Clark (Lotus-Climax) twee keer won en Graham Hill (BRM) een keer. In de tweede helft van het seizoen keerden de kansen echter. Na nog een overwinning in de Britse GP scoorde Clark geen punten meer en ging de strijd tussen Hill en Surtees. Hill viel ook nog twee keer uit, terwijl Surtees twee overwinningen en twee tweede plaatsen scoorde. Hill had in totaal weliswaar 41 punten, maar hij moest een resultaat wegstrepen, waardoor hij op 39 punten kwam, 1 punt minder dan Surtees. Surtees reed zijn laatste twee races, de GP van de Verenigde Staten en de GP van Mexico niet in de rode huiskleur van Ferrari, maar in de blauw-witte "Cunningham Racing Stripes" van het North American Racing Team. N.A.R.T. was opgezet door Luigi Chinetti, die Ferrari in de VS vertegenwoordigde. Ferrari schreef onder zijn team in als protest tegen de Italiaanse autosportbond, waarmee het een dispuut had over de homologatie van een auto met middenmotor.
1965, Ferrari
Surtees begon het seizoen 1965 met de Ferrari 158 met V8-motor, terwijl teamgenoot Lorenzo Bandini de nieuwe Ferrari 1512 met twaalfcilinderboxermotor gebruikte. Het seizoen begon met een overwinning van Jim Clark in de GP van Zuid-Afrika. Clark sloeg de GP van Monaco over omdat Lotus koos voor de Indy 500, die Clark eveneens won. Ferrari kon van die afwezigheid niet profiteren en Clark won ook de volgende vijf GP's en werd wereldkampioen. Surtees stapte vanaf de Britse Grand Prix ook over op de Ferrari 1512, maar op 25 september raakte hij zwaargewond tijdens de GP van Canada (geen WK-race) op Mosport Park in Canada door een gebroken voorwielophanging. Hij had een groot aantal botbreuken, waarschijnlijk veroorzaakt doordat zijn autogordels niet goed vast zaten of niet goed functioneerden. Hij sloot het seizoen als vijfde af.
1966, Ferrari en Cooper-Maserati
Nog voor het begin van het WK-seizoen 1966 kwam Surtees terug in de BRDC International Trophy, waar hij achter Jack Brabham tweede werd. In dit seizoen werden de nieuwe 3liter-motoren geïntroduceerd. Hij leidde vervolgens de GP van Monaco tot zijn differentieel brak en won de Belgische Grand Prix op 12 juni.
Controverse met Ferrari
Op 18 en 19 juni 1966 vond de 24 uur van Le Mans plaats. Men verwachtte de aanval van Ford met de Ford GT40 op Ferrari, maar door stakingen in Italië kon Ferrari slechts twee auto's inzetten in plaats van de gebruikelijke drie. Als snelste rijder van het team verwachtte Surtees dat hij een plaats in het team zou krijgen. In de eerste line-up stond hij naast Ludovico Scarfiotti. Hij stelde voor de eerste stint zelf op volle snelheid te rijden om de tegenstand van Ford te breken, maar Dragoni besloot Scarfiotti als eerste te laten rijden. Volgens Surtees was dat een vriendendienst voor FIAT-directeur Gianni Agnelli, een oom van Scarfiotti, die op de tribune zou zitten. Dit besluit, in combinatie met het gebrek aan steun van Enzo Ferrari, was een grote teleurstelling voor John Surtees, die het Ferarri-team onmiddellijk verliet. Het kostte Ferrari de wereldtitel in 1966.
Overstap naar Cooper
Surtees zette zijn seizoen voort bij het Cooper-Maserati-team, waar hij aanvankelijk in dienst zou rijden van Chris Amon. Uiteindelijk maakte Cooper het seizoen af met Surtees en Jochen Rindt met een auto die niet zonder problemen was. De 3.0 Maserati-V12 was een omgebouwde 2,5liter-motor die oorspronkelijk in de Maserati 250F had gelegen, maar die groot, zwaar en dorstig was. De Cooper T81 moest dan ook speciaal voor dit grote motorblok worden gebouwd. Surtees viel drie keer met technische problemen uit, maar hij werd tweede in de GP van Duitsland, derde in de Amerikaanse Grand Prix en hij won de GP van Mexico. Hij sloot het seizoen als tweede af, achter Jack Brabham met de Brabham-Repco.
In het Can-Am-kampioenschap runde hij zijn eigen Team Surtees. Tussen 11 september en 13 november won hij met een Lola-T70 Mk II-Chevrolet drie van de negen wedstrijden en werd daar kampioen.
1967, Honda
Eind 1966 tekende Surtees een contract met Honda, dat al sinds 1964 in de Formule 1 actief was, maar zonder overweldigende resultaten. Ook in het seizoen 1967 ging het niet goed. Ondanks een veelbelovende derde plaats voor Surtees in de GP van Zuid-Afrika. Daarna volgden veel technische problemen met de Honda RA273, die in september werd opgevolgd door de Honda RA300. Surtees won meteen de GP van Italië, viel in de VS weer uit en werd vierde in de Mexicaanse Grand Prix. Hij sloot het seizoen als vierde af en Honda werd vierde in het constructeurskampioenschap.
1968, Honda
In het seizoen 1968 richtte Honda zich volledig op de Formule 1. Daarvoor stopte het met deelname aan het wereldkampioenschap wegrace, hoewel Mike Hailwood in 1967 nog wereldkampioen in de 250- en de 350cc-klasse was geworden. Het slaagde er met de 500cc-Honda RC 181 maar niet in om de hegemonie van Giacomo Agostini met zijn MV Agusta 500 4C te doorbreken. Met de nieuwe Honda RA301 verliep het Formule 1-seizoen nog slechter dan het jaar ervoor. Met allerlei technische problemen viel Surtees acht keer uit, scoorde slechts twee podiumplaatsen en eindigde in het wereldkampioenschap als zeventiende.
1969, BRM
In het seizoen 1969 was Honda na de motorwegrace ook gestopt met de Formule 1. John Surtees stapte over naar BRM met als sponsor de Owen Racing Organisation. Zijn teamgenoot werd de Mexicaan Pedro Rodríguez. Na zijn uitvallen in de GP van Zuid-Afrika kreeg hij een nieuwe motor en na de Nederlandse Grand Prix ook een nieuw chassis, maar het haalde allemaal niet veel uit. Met een beetje geluk werd Surtees derde in de GP van de Verenigde Staten en hij werd in de eindstand 11e.
Surtees Racing Organisation
In 1969 vroeg James Garner de steun van John Surtees voor de bouw van Formule 5000-auto's voor zijn team American International Racing (AIR) om deel te nemen aan wedstrijden van de Sports Car Club of America. Surtees bracht hem in contact met Len Terry, een freelance ontwerper die bezig was met tekeningen voor de auto's voor coureur/tuner Roger Nathan. Terry bouwde de auto's in zijn bedrijf in Surrey, waar in 1968 de BRM P126's gebouwd waren. De auto's werden voor tests verscheept naar de Riverside International Raceway bij Los Angeles, maar de tests vielen tegen en Garner stuurde de auto's terug. Surtees nam het project met zijn Surtees Racing Organisation zelf over en dit zou later de Surtees TS5 worden. De naam "TS" sloeg op de toenmalige naam van het team, "Team Surtees Racing and Development (TSR&D)". Behalve coureur was John Surtees nu dus ook teameigenaar en -manager geworden. Na de TS5-Formule 5000-auto liet hij Len Terry beginnen met de ontwikkeling van een auto voor de Formule 1, de TS7. In de volgende jaren zouden Surtees-auto's uitkomen in de F1, de F2 en de F5000, met motoren van Cosworth, Chevrolet en BMW en behalve Surtees zelf ook coureurs als Andrea de Adamich, Derek Bell, Vittorio Brambilla, Mike Hailwood, Alan Jones, Rupert Keegan, Gijs van Lennep, Brett Lunger, Jochen Mass, Dave Morgan, Carlos Pace, Henri Pescarolo, Tim Schenken, Rolf Stommelen en John Watson. Het hield in 1978 op te bestaan.
1970, McLaren-Ford en Surtees-Ford
In het seizoen 1970 had John Surtees zijn eigen team opgezet, maar hij begon nog niet met een eigen auto. Hij kocht McLaren M7A met Ford-motor (in feite een Cosworth DFV) waarmee hij het eerste deel van het seizoen reed en een punt scoorde tijdens de Grand Prix van Nederland. In juli was de Surtees TS7 raceklaar. De auto kreeg dezelfde motor en vanaf de Britse Grand Prix reed Surtees ermee. Hij scoorde nog twee punten in de GP van Canada en sloot het seizoen als 18e af. Surtees-Ford eindigde als achtste in het constructeurskampioenschap.
1971, Surtees-Ford
In 1971 kreeg Surtees sponsoring van Rob Walker, die het zich niet langer kon veroorloven zijn eigen Rob Walker Racing Team, voort te zetten en zijn Brooke Bond-OXO-sponsoring nu overbracht van Lotus naar Surtees. Surtees reed nu met de Surtees TS9, die hij zelf samen met Peter Connew had ontwikkeld. Hij scoorde opnieuw niet meer dan drie punten en eindigde het wereldkampioenschap als 19e. Surtees Ford had echter in de constructeurstitel acht punten gescoord, waarmee het als achtste eindigde. Dat kwam omdat enkele andere teams de TS9 gebruikten.
1972, Surtees-Ford
John Surtees was in het seizoen 1972 vooral manager en minder coureur. Tim Schenken begon het seizoen in de TS9B, maar vanaf de GP van Italië met de door Surtees zelf ontwikkelde Surtees TS14. In die race startte Surtees zelf ook, maar beiden vielen uit. Toch was er een groot succes voor Surtees, want Mike Hailwood werd in een Surtees-Ford tweede. Dat zou het beste resultaat voor een Surtees-auto blijven. In het constructeurskampioenschap werd Surtees-Ford dan ook vijfde.
Na de Formule 1
Als teammanager (rechts) bij de Surtees TS19 in tijdens de BRDC International Trophy op Silverstone, 1976. |
Nadat hij gestopt was bleef John Surtees nog tot 1978 als manager aan zijn eigen Team Surtees verbonden. Daarnaast had hij in de jaren zeventig enige tijd een motorfietshandel in West Wickham (Kent) en een Honda-dealerschap in Edenbridge (Kent). Hij was veelvoudig en enthousiast deelnemer aan races en demonstraties met klassieke motorfietsen, waarvan hij zelf een aantal bezat. Hij was voorzitter van het Britse A1GP-team van 2005 tot 2007. Nadat zijn zoon Henry in 2009 tijdens een Formule 2-race in Brands Hatch verongelukte richtte John de Henry Surtees Foundation op, een liefdadigheidsinstelling met als doel het helpen van slachtoffers met hersenletsel en het veiliger maken van de auto- en motorsport.
Eerbewijzen
- In 1996 werd John Surtees opgenomen in de International Motorsports Hall of Fame.
- In 2003 kreeg hij van de Fédération Internationale de Motocyclisme (FIM) de titel "Grand Prix Legend".
- Surtees was al bevorderd tot Member of the Order of the Britisch Empire (MBE), maar in 2008 werd hij tijdens de Queen's Birthday Honours bevorderd tot Officer of the Order of the Britisch Empire (OBE) voor zijn "verdiensten voor de Britse motorsport en liefdadigheid".
- In 2013 ontving hij de Segrave Trophy (genoemd naar Henry Segrave), die wordt uitgereikt voor "Outstanding Skill, Courage and Initiative on Land, Water and in the Air: the Spirit of Adventure" (Uitstekende vaardigheid, moed en initiatief op land, water en in de lucht: de geest van avontuur). Surtees kreeg de trofee voor het behalen van meerdere wereldtitels en omdat hij de enige coureur was die zowel in de motor- als de autosport wereldkampioen was geworden.
- In 2015 kreeg hij een eredoctoraat als "Doctor of Engineering" van de Oxford Brookes University.
- In 2016 werd hij Commander of the Order of the Britisch Empire (CBE) voor zijn verdiensten voor de motorsport.
Persoonlijk leven
John Surtees trouwde drie keer. Van 1962 tot 1979 was hij gehuwd met Patricia Burke. In 1979 trouwde hij met Janis Sheara, waarvan hij in 1982 weer scheidde. In 1987 trouwde hij met Jane Sparrow, met wie hij drie kinderen kreeg: Leonora, Edwina en Henry.
Overlijden
John Surtees overleed door respiratoire insufficiëntie op 10 maart 2017 in St George's Hospital in Londen. Hij was 83 jaar oud. Hij werd naast zijn zoon Henry begraven op het kerkhof bij St. Peter and St. Paul's Church in Lingfield. Een eerbetoon aan Surtees werd gehouden tijdens de Goodwood Members Meeting op 19 maart 2017.
Wereldkampioenschap wegrace resultaten
(Races in cursief geven de snelste ronde aan, punten (tussen haakjes) zijn inclusief streepresultaten)
Wereldkampioenschap Formule 1 resultaten
(Races in vet zijn polepositions; races in cursief geven de snelste ronde aan)
Externe links
- (en) biografie op www.grandprix.com
- (en) Beperkte biografie op www.f1db.com
- (en) statistische feiten op www.statsf1.com
- archive.org/web
- MOTO73 2004 nr. 2
- Motor 1966 nr. 44
- gptoday.net (crash in Mosport Park)
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel John Surtees op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- oldracingcars.com
- Voetnoten
- ↑ (en) Surtees.html John Surtees[dode link], www.formula1.com, geraadpleegd op 28 maart 2016
- ↑ "50 Years of Moto Grand Prix"
- ↑ De race werd verreden met het Formule 1-reglement, maar telde niet mee voor het wereldkampioenschap
- ↑ het British Racing Partnership was opgericht door de vader van Stirling Moss, Alfred Moss en zijn voormalige manager, Ken Gregory
- ↑ a b c Tijdens de training met de 125cc-EMC brak de voorvork waarbij Surtees viel en een pols brak. Daardoor kon hij niet starten in de wedstrijden,
- ↑ Gediskwalificeerd wegens hulp (benzine) van een toeschouwer
- ↑ a b val
- ↑ a b c Surtees werd voor de rest van het seizoen uitgeschakeld na een val in de 350cc-race in Duitsland
- ↑ Teambeleid
- ↑ a b Transmissie
- ↑ Radiateur
- ↑ a b c d e Ongeluk
- ↑ a b Differentieel
- ↑ a b c d e f g h i j k l m n o p q r Motor
- ↑ Injectie
- ↑ Benzinepomp
- ↑ Duwstart
- ↑ a b c d e f g h i Versnellingsbak
- ↑ a b c Wielophanging
- ↑ Koppeling
- ↑ a b Surtees was tijdens de GP van Canada-race op Mosport Park ernstig gewond geraakt en miste de laatste twee GP's.
- ↑ a b Brandstofsysteem
- ↑ a b Elektrisch probleem
- ↑ Brandstoflekkage
- ↑ Gaspedaal
- ↑ a b Alternator
- ↑ Ontsteking
- ↑ Oververhitting
- ↑ Surtees zag af van zijn start omdat hij geen vertrouwen had in zijn wielophanging op de hobbelige Nordschleife
- ↑ Niet geklasseerd
- ↑ a b Oliedruk