Kawanectes is een lid van de Plesiosauria dat tijdens het late Krijt leefde in het gebied van het huidige Argentinië. De enige benoemde soort is Kawanectes lafquenianum.
Vondst en naamgeving
In 1985 benoemden Zulma Gasparini en Ricardo Goñi een nieuwe soort van de polycotylide Trinacromerum: Trinacromerum lafquenianum, op basis van een postcraniaal skelet gevonden in de groeve van Bentonitas Patagónicas ten westen het Lago Pelligrini. De soortaanduiding betekent "zee" in het Mapuche. In 2000 werden nog twee skeletten beschreven maar Gasparini en Leonardo Salgado achtten de soort toen een nomen dubium die in ieder geval niets met Trinacromerum van doen had maar een elasmosauride was.
In 2016 benoemde José Patricio O'Gorman een apart geslacht Kawanectes. De geslachtsnaam combineert een verwijzing naar de Kawaszee, een transgressie van de kust van Patagonië tijdens het late Krijt, met het Grieks nèktès, "zwemmer". Trinacromerum lafquenianum is de typesoort. De combinatio nova is Kawanectes lafquenianum.
Het holotype, MLP 71-II-13-1, is gevonden in de middelste afzetting van de Allenformatie die dateert uit het Campanien-Maastrichtien. Het bestaat uit een skelet zonder schedel. Bewaard zijn gebleven: vijftien halswervels, drie borstwervels, vijftien ruggenwervels, drie staartwervels, het rechterschouderblad, een stuk rechterravenbeksbeen, beide schaambeenderen, beide zitbeenderen, het onderste uiteinde van een dijbeen en een element van het onderbeen, kootjes, ribben en 389 gastrolieten.
In 2000 (en 2016) werden twee andere skeletten zonder schedel, eveneens bij het Lago Pellegrini ontdekt, aan de soort toegewezen: de fragmentarische specimina MCS PV 4 en MUC Pv 92.
In 2020 werd een vierde skelet gemeld uit de La Coloniaformatie, specimen MPEF 1155. Dit omvat ook schedelmateriaal.
In 2012 en 2015 werd in Sierra de La Colonia nog een skelet met schedel opgegraven, specimen MPEF-PV 11545. Dit werd in 2021 beschreven.
Beschrijving
De lengte van Kawanectes is in 2016 geschat op 3,8 meter. Gregory S. Paul gaf een gewicht van 140 kilogram. MPEF-PV 11545 werd in 2021 geschat op 4,5 meter met een schedel die ruim tweeëntwintig centimeter lang is.
In 2016 werd een unieke combinatie van op zich niet unieke kenmerken gegeven waarin Kawanectes zich van andere elasmosauriden onderscheidt. De wervellichamen zijn breder dan lang. De parapofysen van de staartwervels steken opvallend zijwaarts uit, op de zijkant een knop vormend. Het bekken bezit een beenbalk. Het opperarmbeen is lang met 120% van de lengte van het dijbeen. Het opperarmbeen heeft een groot achterste uitsteeksel aan het onderste uiteinde met een extra gewrichtsfacet (dit was de reden om hem oorspronkelijk bij Trinacromerum te voegen). Het dijbeen heeft een sterk bol capitulum.
In 2020 werden nieuwe onderscheidende kenmerken gemeld uit de schedel en het bekken. De coronoïde tak van de onderkaak eindigt bovenaan in een scherpe punt. De symfyse van de onderkaken is kort, slechts de lengte van tweeënhalve tandkas beslaand. Het darmbeen heeft een licht verbreed en zijdelings afgeplat distale uiteinde. Het darmbeen heeft een V-vormig facet voor het contact met de sacrale wervels dat beperkt is tot de binnenzijde van het verbrede distale uiteinde. Dit facet wordt aan de onderkant begrensd door een knop op de binnenzijde.
MPEF-PV 11545 verschaft nieuwe details van het achterhoofd en het verhemelte. Bij de tubera basioccipitalia is het uiteinde diep uitgehold. Het basioccipitale toont een platte onderste beenplaat onder de achterhoofdsknobbel. De pterygoïden zijn achteraan niet vergroeid. Het parasfenoïde steekt uit achter de achterrand van de achterhoofdsknobbel. De kiel op de onderzijde van het parasfenoïde is horizontaal kort.
Fylogenie
T. lafquenianum werd eerst in de Polycotylidae geplaatst maar tegen 2000 werd begrepen dat het een lid was van de Elasmosauridae.
Een analyse uit 2016 gaf de volgende positie in de evolutionaire stamboom.
Elasmosauridae |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Levenswijze
De bijtkracht van de kaken was beperkt maar ze waren wel in staat tot een snelle sluitende beweging, kennelijk om kleine prooien te vangen.
MPEF-PV 11545 is groter en heeft hogere en bredere sacrale wervels. Het bekken is ruimer en het dijbeen korter en smaller. Deze eigenschappen zijn verklaard door seksuele dimorfie: het zou gaan om een wijfje dat de extra ruimte nodig had om haar jong te baren. Plesiosauriërs waren levendbarend.
Literatuur
- Gasparini, Z. & Goñi, R. 1985. "Los plesiosaurios cretácicos de América del Sur y del continente antártico". Congresso Brasileiro de Paleontología. 8: 55–63
- Gasparini, Z. & Salgado, L. 2000. "Elasmosáuridos (Plesiosauria) del Cretácico Tardío del norte de Patagonia". Revista Española de Paleontología. 15: 13–21
- O'Gorman, José P. (1 juni 2016). A Small Body Sized Non-Aristonectine Elasmosaurid (Sauropterygia, Plesiosauria) from the Late Cretaceous of Patagonia with Comments on the Relationships of the Patagonian and Antarctic Elasmosaurids. Ameghiniana 53 (3): 245. ISSN:0002-7014. DOI:10.5710/AMGH.29.11.2015.2928.
- (en) Patricio O’Gorman, JosÉ (2 januari 2020). First record of Kawanectes lafquenianum (Plesiosauria, Elasmosauridae) from the La Colonia Formation of Argentina, with comments on the mandibular morphology of elasmosaurids. Alcheringa: An Australasian Journal of Palaeontology 44 (1): 176–193. ISSN:0311-5518. DOI:10.1080/03115518.2019.1687754.
- (en) O'Gorman, José P. (2021-09). The most complete specimen of Kawanectes lafquenianum (Sauropterygia, Plesiosauria): New data on basicranial anatomy and possible sexual dimorphism in elasmosaurids. Cretaceous Research 125: 104836. DOI:10.1016/j.cretres.2021.104836.