Tijdens het tweede gedeelte moest de Montecalvo drie maal beklommen worden. Er ontstond een nieuwe kopgroep met de Spanjaarden Gorka Izagirre, David Belda en Peio Bilbao. In de slotfase lieten Izagirre en Bilbao hun medevluchter Belda achter zich. De twee - vorig jaar bij Euskaltel nog ploeggenoten - zouden samen gaan sprinten voor de zege. Bilbao bleek over de snelste benen te beschikken en boekte de eerste zege in zijn profcarrière.[2]