Kleinbrabants is een dialect dat wordt gesproken in Klein-Brabant, ten westen van de Vlaamse stad Mechelen. Het dialect is een variant van het Zuid-Brabants.
Gebruik
Het Kleinbrabants wordt nog gesproken door zowel ouderen als jeugd, zij het bij de laatste groep slechts in beperkte mate.
Voorbeelden
Hieronder enkele voorbeelden uit het dagelijks woordgebruik.
Kleinbrabants | Algemeen Nederlands |
---|---|
Ik gön | Ik ga |
Ik zyn | Ik ben |
Ik weur | Ik word |
Ik gön deur | Ik ga door |
Ik roa | ik rij |
Tot fleus | tot straks |
Het Kleinbrabants - in enge zin - kan ingedeeld worden in drie groepen: het Sint-Amands, het Puurs en het Bornems. een typisch kenmerk: ook in dit Belgisch-Nederlands dialect gebruikt men ook een aantal woorden afgeleid uit het Frans, hieronder een voorbeeld.
Frans woord | Kleinbrabants woord | Nederlands woord |
---|---|---|
Un facteur | Ne facteur | Een postbode |
Un café | Ne kaffee | Een koffie |
Er zijn ook gewoon woorden die niet vertaald kunnen worden, hieronder een voorbeeld.
Kleinbrabants | Nederlands |
---|---|
Een jat | Een kopje (om te drinken) |
Een pjyd | een paard |
jyrbezen | Aardbeien |
Eveneens van het Frans: jatte.
In het Kleinbrabants zijn de plaatsnamen verschillend van het AN. Hieronder een voorbeeld van alle gemeenten en deelgemeenten van het kerngebied.
Nederlands | Kleinbrabants |
---|---|
Puurs | Puus |
Ruisbroek | Roasbroek |
Kalfort | Kallefyt |
Breendonk | Briëndoenk |
Liezele | Liezel |
Lippelo | Lippeloë |
Oppuurs | Oppuus |
Sint-Amands | Sintamans |
Mariekerke | Maurekerk |
Branst | Brans |
Weert | De Wyt |
Bornem | Beurm |
Hingene | Ingene |
Eikevliet | Aakevliet |