Op 18 oktober 2016 maakte de ASO, tegelijk met de presentatie van de Ronde van Frankrijk 2017, ook de vernieuwing van La Course bekend. Deze werd niet meer betwist, zoals de eerste drie jaren, op de Champs Élysées, maar in de Alpen, met aankomst op de Col d'Izoard, voorafgaand aan de 18e etappe van de mannen.[1] De top 20 (mits gefinishd binnen 5 minuten) reed twee dagen later in Marseille een achtervolgingsrit, over hetzelfde parcours van 22,5 km waar later die dag de mannen hun tijdrit reden. De rensters startten met het tijdsverschil van de eerste dag.[2] Deze slotrit was geen UCI-wedstrijd en maakte derhalve ook geen deel uit van de World Tour; de punten hiervan werden enkel verdeeld op de eerste dag. De slotrit werd verreden op normale koersfietsen (geen tijdritfietsen) en ook mocht er samengewerkt worden.
In totaal gingen 119 rensters van start in 21 ploegen: 20 UCI-ploegen plus de Franse nationale selectie. De rensters waren afkomstig uit 36 landen: onder hen elf Nederlandse en zeven Belgische rensters. Bijna de gehele wereldtop was aanwezig; enkel Giro-winnares en World Tourleidster Anna van der Breggen ontbrak. Vanaf het begin over het glooiende terrein lag het tempo vrij hoog. Hierdoor moesten enkele rensters vroeg lossen en kregen ontsnappingen bijna geen ruimte. De laatste 30 km gingen alleen nog maar bergop en op dat moment demarreerde Linda Villumsen. Haar voorsprong bleef binnen de minuut en met nog tien kilometer te gaan werd ook zij gegrepen. In het peloton bleef Boels Dolmans het tempo hoog houden, waardoor de ene na de andere favoriet moest lossen. Acht kilometer voor de top moesten Pauline Ferrand-Prévot, Sabrina Stultiens, Ashleigh Moolman-Pasio en Janneke Ensing de overige tien rensters laten gaan. Lizzie Deignan hield het tempo zo hoog dat haar kopvrouw Megan Guarnier moest lossen. Op ruim vier en een halve kilometer voor de top demarreerde Annemiek van Vleuten tweemaal achter elkaar en bouwde al snel een voorsprong op van ruim een halve minuut. Ondanks een schakelprobleem in het korte stuk afdaling, kwam ze solo over de streep, met 43 seconden voorsprong op Deignan en 1:23 op Elisa Longo Borghini. Door de korte afstand en het hoge gemiddelde kwamen slechts 46 rensters over de streep binnen de tijdslimiet van ruim tien minuten.[3][4][5]
Twee dagen later mochten de beste 19 starten in de achtervolgingsrit in Marseille. Rossella Ratto finishte weliswaar als 20e, maar net buiten de vereiste vijf minuten. Van Vleuten ging als eerste van start in het Stade Vélodrome en 43 seconden later startte Deignan, maar zij wachtte op haar ploegmate Guarnier. Samen met Longo Borghini zetten zij de achtervolging in, maar konden geen tijd goedmaken op Van Vleuten. Op de enige klim (Notre-Dame-de-la-Garde) moest Guarnier lossen en Van Vleuten kon haar voorsprong zelfs uitbouwen. Op de finish in het Stade Vélodrome had ze 1:52 voor Deignan die de sprint van Longo Borghini won. De twee andere Nederlandse rensters Stultiens en Ensing finishten als twaalfde en zestiende.[6][7][8]