Lieven van Pottelsberghe (Gent, 1470/75 - 1531) was een mecenas en weldoener en was beroepshalve hoger ambtenaar en raadsheer in dienst van keizer Karel, graaf van Vlaanderen.
Levensloop
Van Pottelsberghe was een zoon van Lieven van Pottelsberghe († 1479) en Livina Snibbels († 1513). Hij trouwde met Livina van Steelant, een rijke erfdochter uit het Land van Waas. Ze hadden vijf kinderen, van wie alleen Frans van Pottelsberghe († 1545) zijn vader overleefde.
Rond 1500 stapte Lieven van Pottelsberghe in het beroepsleven. Men vindt hem terug als volgt:
- 1503: baljuw van Vinderhoute en van de ambachten van Assenede en Boechoute (bij Bazel), tevens als pachter van de tienden van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Merendree.
- 1505: ontvanger van de domeinen in Petegem, Oudenaarde, Asper, Zingem en Dendermonde.
- 1515-1518: hoogbaljuw van de stad en het land van Dendermonde.
- 1515-1517: hoofdschepen van het Land van Waas.
- 1519: pachter van de 'Grote Rol' in Antwerpen.
- 1508-1523: ontvanger-generaal van de beden voor Vlaanderen, Mechelen en Kassel.
- 1515-1531: raadsheer in de Raad van Vlaanderen.
- 1517: rekwestmeester in de Geheime Raad, die in die periode tijdelijk het bestuur van de Zuidelijke Nederlanden op zich nam, terwijl keizer Karel zich in Spanje of in Duitsland bevond.
In de tijdsspanne van een kwarteeuw werd Van Pottelsberghe immens rijk, met een grondbezit van meer dan 1700 ha. Hij bezat het Kasteel van Vinderhoute[1] en het Kasteel Wissekerke[2].
Mecenaat
Van Pottelsberghe had zijn hoofdverblijfplaats in Gent in het Hof van Vinderhoute, in de Hoogstraat. Het was voornamelijk in deze stad dat hij talrijke giften deed en activiteiten ondersteunde.
Als kerkmeester van de Sint-Michielskerk bekostigde hij:
- het praalgraf voor zichzelf en zijn echtgenote;
- glasramen;
- een Renaissancealtaar.
Hij bekostigde de restauratie en de uitbreiding van de Sint-Catharinagodshuizen of Alijnshospitaal.
Hij steunde met beurzen het onderwijs bij de paters hiëronymieten in Gent en aan de universiteit in Leuven.
Heel wat kerken, kloosters en liefdadige instellingen genoten van zijn milde steun. Ze werden rijkelijk in zijn testament bedacht.
Literatuur
- V. VAN DER HAEGHEN, Lievin van Pottelsberghe, in: Biographie nationale de Belgique, T. XVIII, Brussel, 1905.
- A. VAN DE VEEGAETE, Lieven van Pottelsberghe, een Gents mecenas uit het begin der XVIe eeuw, in: Handelingen van de Maatschappij voor geschiedenis te Gent, 1948.
- G. VAN POTTELSBERGHE DE LA POTTERIE, Histoire de la famille van Pottelsberghe, 1976
- H. DE RIDDER-SYMOENS, Lieven van Pottelsberghe en het onderwijs te Gent in de 16de eeuw, in: Handelingen van de Maatschappij voor geschiedenis te Gent, 1978.
- H. DE RIDDER-SYMOENS, Lieven van Pottelsberghe, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, Deel VIII, Brussel, 1979.
- J. DENYS, Inventaris van het archief van de familie van Pottelsberghe en van de aanverwante families, Rijksarchief Gent, 1983.
- Frederik BUYLAERT, Repertorium van de Vlaamse adel, Gent, 2011
- Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1996, Brussel, 1996.
- Claude VAN POTTELSBERGHE DE LA POTTERIE, La famille van Pottelsberghe, 2009.