Bij een operatie of medische procedure bestaat een ligatuur uit een stuk draad, een hechtdraad, dat rond een anatomische structuur wordt gebonden, meestal een bloedvat of een andere holle structuur, zoals een urinebuis, om deze af te sluiten.
De chirurg sluit het vat tijdelijk met een klem af en bindt het vervolgens dicht met een hechtdraad. Vervolgens kan de klem worden losgelaten. Het verschil met een tourniquet is dat de laatstgenoemde bedoeld is voor een tijdelijke afsluiting, een ligatuur heeft een blijvend karakter.
Het principe van de ligatuur wordt toegeschreven aan Hippocrates en Galenus.[1] Het werd zo'n 1500 jaar later opnieuw door Ambroise Paré in gebruik genomen[2] en het vond zijn moderne gebruik in 1870-1880, populair gemaakt door Jules-Émile Péan.
- voetnoten
- ↑ (en) LN Magner. A History of Medicine, 1992. gratis als pdf te downloaden
- ↑ (en) S Paget. Ambroise Paré and his times, 1510-1590, 1897. op Internet Archive
- bronvermelding
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Ligature (medicine) op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.