In de wiskunde beschrijft de methode van Frobenius een manier om door middel van een machtreeks een oplossing te vinden van een gewone differentiaalvergelijking van tweede orde van de vorm

Delen door
, levert

wat niet oplosbaar is met een gewone machtreeks als
of
singulier is in
. De methode van Frobenius maakt het mogelijk een oplossing neer te schrijven in de vorm van een machtreeks onder de voorwaarde dat
en
zelf regulier zijn in 0, of als ze overal regulier zijn en dat de limiet naar nul bestaat en eindig is.
De methode van Frobenius zegt dat we een machtreeks kunnen zoeken van de vorm

De functies
en
worden eveneens in reeksen ontwikkeld. Indien dit alles dan wordt gesubstitueerd in de differentiaalvergelijking, vindt men typisch iets als:

met
nieuwe coëfficiënten die uit de berekeningen volgen. Een machtreeks kan slechts gelijk zijn aan nul voor alle waarden van de variable indien alle coëfficiënten nul zijn. We vinden dus de vergelijkingen:

De coëfficiënt
hangt in de regel af van
, zodat dit een vergelijking geeft voor
(de zogenaamde indiciële vergelijking). Aan de hand hiervan kan de waarde van
worden bepaald. De andere vergelijkingen zullen waarden geven aan de coëfficiënten
van de machtreeks die we als oplossing hebben vooropgesteld.
In het algemeen geeft de indiciële vergelijking twee oplossingen voor
. Deze twee waarden kunnen dan worden gebruikt in de andere vergelijkingen om zo twee verschillende series oplossingen voor de
's te vinden. Indien het verschil tussen deze oplossingen een geheel getal is, of indien de twee oplossingen samenvallen, wordt maar één machtreeks gevonden.
Tijdens het oplossen van de vergelijkingen kan het gebeuren dat enkele van de coëfficiënten (typisch de eerste of de eerste twee) niet kunnen worden bepaald. Deze blijven dan ook onbekend tot aan het eind, en de oplossing zal een onbepaaldheid bevatten. Deze moet worden weggewerkt door gebruik te maken van de randvoorwaarden van het probleem.
Beschouw de vergelijking

Dit voldoet aan de voorwaarden op de methode van Frobenius toe te passen. We stellen als oplossing de volgende reeks voorop:

Differentiëren we dit naar
, dan vinden we

Hiermee vinden we ook

waar in de tweede en derde regel de index
met één is verschoven. Stoppen we dit in de differentiaalvergelijking die we moesten oplossen, dan vinden we:

Dit kan nog worden vereenvoudigd tot

Stellen we de coëfficiënt van
gelijk aan nul, dan vinden we

Indien
, dan heeft dit maar één oplossing. In het andere geval hebben we voor de andere coëfficiënten:

De coëfficiënt
kan hiermee niet worden bepaald. Alle andere coëfficiënten zullen hier veelvouden van zijn, namelijk:

waar de twee gevallen voor
apart zijn geschreven. De notatie
is een Pochhammersymbool of stijgende faculteit. Merk op dat als
en natuurlijk getal is, de tweede serie coëfficiënten vanaf een gegeven index
oneindig wordt, omdat er een nul staat in de noemer. In dat geval levert de methode van Frobenius geen tweede oplossing voor de vergelijking. Anders zijn de twee oplossingen confluente hypergeometrische functies:
