MiG-23 | ||||
---|---|---|---|---|
Een Sovjet MiG-23
| ||||
Algemeen | ||||
Fabrikant | Mikojan-Goerevitsj | |||
Rol | Jachtbommenwerper (B-serie)
Onderscheppingsjager/Jachtvliegtuig (M-serie) | |||
Bemanning | 1 of 2, afhankelijk van uitvoering | |||
Varianten | MiG-27 | |||
Status | ||||
Eerste vlucht | 10 juni 1967 | |||
Aantal gebouwd | 5047 | |||
Gebruik | Luchtmacht van de Sovjet-Unie (historisch), Syrië, Indiase luchtmacht (historisch), Bulgaarse luchtmacht (historisch) en andere | |||
Afmetingen | ||||
Lengte | 16,7 m | |||
Hoogte | 4,82 m | |||
Spanwijdte | 13,97 m | |||
Gewicht | ||||
Leeggewicht | 9595 kg | |||
Max. gewicht | 18.030 kg | |||
Krachtbron | ||||
Motor(en) | 1 × Toemanski R-29 | |||
Stuwkracht | Droog: 83,6 kN, met naverbrander: 127 kN | |||
Prestaties | ||||
Topsnelheid | 2445 km/h | |||
Vliegbereik | Ongeladen: 2820 km, bewapend: 1150 km | |||
Dienstplafond | 18.500 m | |||
Bewapening | ||||
Boordgeschut | 1 × 23 mm snelvuurkanon Grjazev-Sjipoenov GSj-23L | |||
|
De Mikojan-Goerevitsj MiG-23 (NAVO-codenaam: Flogger) is een jachtvliegtuig dat door de Sovjet-Unie in 1967 werd voorgesteld. Het werd pas enkele jaren later effectief in dienst genomen als opvolger van de MiG-21.
De MiG-23 heeft verstelbare vleugels, en komt daarmee in dezelfde klasse als de Amerikaanse F-111 en de Franse Mirage G. Het combineert hoge snelheid met een grote autonomie. Meer dan 3000 toestellen werden gebouwd in diverse versies zoals jager, trainer en voor aanvallen op gronddoelen. De MiG-23 is ook verkocht aan Egypte, Irak, Libië en Syrië.
Op 4 juli 1989 onderschepten jachttoestellen van de NAVO een MiG-23 die het luchtruim binnendrong. Het toestel was in Polen opgestegen. Het bleek dat de Russische piloot het toestel had verlaten, vermoedelijk ten gevolge van technische problemen. Het vloog ongestuurd verder door het luchtruim van Duitsland en Nederland en verongelukte bij Kortrijk met één dode op de grond tot gevolg.[1]
Externe links
- ↑ VRT Precies 30 jaar geleden: een Russische MIG stort neer in Bellegem bij Kortrijk, 4 juli 2019, geraadpleegd op 11 december 2022