Opperarm-spaakbeenspier | ||||
---|---|---|---|---|
Musculus brachioradialis | ||||
Spier | ||||
Synoniemen | ||||
Latijn | musculus bracchiradialis,[1]
musculus supinator longus[2] | |||
Indeling | ||||
Hoort bij | radiale onderarmspieren | |||
Functie | flexie en het in middenstand zetten tussen pro- en supinatie | |||
Gegevens | ||||
Origo | crista supracondylaris lateralis humeri en het septum intermusculare laterale | |||
Insertie | margo anterior radii nabij de processus styloideus radii | |||
Zenuw | nervus radialis | |||
|
De musculus brachioradialis of (opper)arm-spaakbeenspier[3][4] is een spier in de onderarm. Hij behoort tot de groep radiale onderarmspieren. De spier loopt van de laterale zijde van het opperarmbeen naar de kop van het spaakbeen. De spier heeft hierdoor uitsluitend een functie over het ellebooggewricht. Hier veroorzaakt hij flexie, en hij is daarmee een synergist van de musculus biceps brachii en de musculus brachialis. Daarnaast brengt hij de onderarm in een middenstand tussen pro- en supinatie.
Tussen de pees van de musculus brachioradialis en die van de musculus flexor carpi radialis ligt de slagader waaraan de polsslag wordt gemeten.
- ↑ Triepel, H. (1910). Nomina Anatomica. Mit Unterstützung von Fachphilologen. Wiesbaden: Verlag J.F. Bergmann.
- ↑ Sliosberg, A. (1975). Elsevier’s medical dictionary in five languages. English/American / French / Italian / Spanish and German. (2de uitgave). Amsterdam/Oxford/New York: Elsevier’s Scientific Publishing Company.
- ↑ Pinkhof, H. (1923). Vertalend en verklarend woordenboek van uitheemsche geneeskundige termen. Haarlem: De Erven F. Bohn.
- ↑ Broek, A.J.P. van den, Boeke, J & Barge, J.A.J (1954). Leerboek der beschrijvende ontleedkunde van de mens. Deel I. Geschiedenis der ontleedkunde, bewegingsorganen, vaatstelsel (8ste druk). Utrecht: N.V. A. Oosthoek’s Uitgeverij Mij.