Onderste schuine oogspier | ||||
---|---|---|---|---|
Musculus obliquus inferior bulbi | ||||
Spier | ||||
Synoniemen | ||||
Latijn | musculus obliquus bulbi inferior[1][2] | |||
Indeling | ||||
Hoort bij | uitwendige oogspieren | |||
Functie | trekt bovenste deel oogbol temporaalwaarts | |||
Gegevens | ||||
Origo | margo infraorbitalis | |||
Insertie | temporale zijde oogbol | |||
Zenuw | nervus oculomotorius | |||
|
De musculus obliquus inferior bulbi[3] of onderste schuine oogspier[4] is een van de twee schuine oogspieren.
De musculus obliquus inferior bulbi ontspringt mediaal aan de margo infraorbitalis en loopt naar de temporale zijde van de oogbol.
Hij roteert de bovenste helft van de oogbol temporaalwaarts en heft en abduceert de oogbol ietwat.
Hij wordt geïnnerveerd door de nervus oculomotorius, de derde hersenzenuw.
Zie ook
Literatuurverwijzingen
- ↑ Kopsch, F. (1941). Die Nomina anatomica des Jahres 1895 (B.N.A.) nach der Buchstabenreihe geordnet und gegenübergestellt den Nomina anatomica des Jahres 1935 (I.N.A.) (3. Auflage). Leipzig: Georg Thieme Verlag.
- ↑ Stieve, H. (1949). Nomina Anatomica. Zusammengestellt von der im Jahre 1923 gewählten Nomenklatur-Kommission, unter Berücksichtigung der Vorschläge der Mitglieder der Anatomischen Gesellschaft, der Anatomical Society of Great Britain and Ireland, sowie der American Association of Anatomists, überprüft und durch Beschluß der Anatomischen Gesellschaft auf der Tagung in Jena 1935 endgültig angenommen. (Vierte Auflage). Jena: Verlag Gustav Fischer.
- ↑ Federative Committee on Anatomical Terminology (FCAT) (1998). Terminologia Anatomica. Stuttgart: Thieme
- ↑ Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.