- Alleluia, alleluia, alleluia.
- O filii et filiae,
- Rex caelestis, Rex gloriae,
- Morte surrexit hodie,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Et mane prima sabbati,
- Ad ostium monumenti
- Accesserunt discipuli,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Et Maria Magdalene
- Et Jacobi, et Salome,
- Venerunt corpus ungere,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- In albis sedens Angelus
- Praedixit mulieribus:
- In Galilaea est dominus,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Et Joannes Apostolus
- Cucurrit Petro citius,
- Monumento venit prius,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Discipulis adstantibus,
- In medio stetit Christus,
- Dicens: pax vobis omnibus,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Ut intellexit Didymus
- Quia surrexerat Jesus,
- Remansit fere dubius,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Vide, Thoma, vide latus,
- Vide pedes, vide manus,
- Noli esse incredulus,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Quando Thomas Christi latus,
- Pedes vidit atque manus
- Dixit: Tu es Deus meus,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Beati qui non viderunt,
- Et firmiter crediderunt,
- Vitam aeternam habebunt,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- In hoc festo sanctissimo
- Sit laus et jubilatio,
- Benedicamus Domino,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Ex quibus nos humillimas
- Devotas atque debitas
- Deo dicamus gratias,
- alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
|
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- O zonen en dochters,
- de hemelse Koning, de koning der glorie,
- is heden van de dood opgestaan.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- En in de morgen van de eerste dag der week,
- naderden de leerlingen de ingang
- van het graf.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Maria Magdalena
- en de moeder van Jacobus en Salome
- kwamen het lichaam balsemen.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Een Engel was daar neergezeten
- in witte klederen en sprak tot de vrouwen:
- de Heer is in Galilea.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- En de Apostel Johannes
- liep sneller dan Petrus
- en kwam het eerst bij het graf.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Terwijl de leerlingen vergaderd waren,
- stond Christus in hun midden en sprak:
- Vrede zij met u allen.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Toen Didymus vernam,
- dat Jezus was verrezen,
- bleef hij nog twijfelen.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Zie, Thomas, zie mijn zijde,
- zie mijn voeten en mijn handen;
- wees niet ongelovig.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Toen Thomas Christus' zijde zag,
- zijn voeten en zijn handen,
- zei hij: Gij zijt mijn God.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Zalig zij, die niet gezien
- en vast geloofd hebben;
- zij zullen het eeuwige leven bezitten.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Op dit hoogheilig feest
- weerklinke lof en jubel;
- laten wij de Heer zegenen.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
- Brengen wij voor dit alles
- nederig en eerbiedig
- aan onze God verschuldigde dank.
- Alleluia.
- Alleluia, alleluia, alleluia.
|