Oppidum Batavorum, ("stad/vesting van/voor de Bataven") was, naar algemeen wordt aangenomen, een nederzetting aan de buitengrens (limes) van het Romeinse Rijk, in Germania Inferior. De plek waar deze nederzetting lag is tegenwoordig een deel van het centrum van Nijmegen. Oppidum Batavorum moet hier iets voor het begin van de christelijke jaartelling zijn gesticht. Het stichten gebeurde door de Romeinen zelf.
Na de Bataafse Opstand van 69 n.Chr werd de nederzetting door Julius Civilis in brand gestoken en vernietigd. Ongeveer dertig jaar later zou, iets westelijker, de Romeinse stad Ulpia Noviomagus Batavorum verrijzen.
Oudste documentatie
De vroegste overgeleverde gedetailleerde tekst over al deze gebieden is de Historiae van de Romeinse geschiedschrijver Tacitus. Deze tekst meldt ook de verwoesting door Julius Civilis.
Vermoedelijk dezelfde nederzetting wordt genoemd als Batavodurum ("versterkte stad van de Bataven"). Of deze laatste twee benamingen inderdaad dezelfde nederzetting aanduiden, is niet helemaal zeker. Alleen de Griekse schrijver Claudius Ptolemaeus benoemt Batavodurum duidelijk als stad (πόλις). Tacitus gebruikt de namen Batavodurum en Oppidum Batavorum kort na elkaar wanneer hij het heeft over het einde van de Bataafse Opstand. Hij duidt hier dus kennelijk alleen op de eerdere nederzetting.[1] In De origine et situ Germanorum zegt Tacitus verder dat de Bataven de insula Batavorum (het eiland van de Bataven) bewonen. Deze term gebruikt hij ook in zijn werk Annales.
Ligging
De plek waar Oppidum Batavorum lag, lijkt ongeveer overeen te komen met het huidige gebied vanaf het Valkhof tot aan het keizer Traianusplein of net ten oosten van dit plein (hier lijkt in de Romeinse tijd een gracht te zijn geweest, al werd die mogelijk pas aangelegd tijdens de Bataafse Opstand), tot Mariënburg en in het westen tot aan de Korte Nieuwstraat.[2] Deze locatie was vermoedelijk door de Romeinen zo uitgekozen omdat het strategisch lag ingeklemd tussen de plek in het westen waar enige tijd later Ulpia Noviomagus zou verrijzen (tegenwoordig ligt hier het Waterkwartier), terwijl in het oosten de Romeinse castra (legerkampen) op de Hunnerberg en het Kopse Plateau lagen.[3]
Geschiedenis
De oudste teruggevonden resten van Romeinse aanwezigheid in dit gebied hoorden bij een groot legerkamp (castrum) op de Hunnerberg, dat moet dateren uit het jaar 16 of 15 v.Chr.. Hier waren toen twee Romeinse legioenen gehuisvest, die in totaal uit zo'n 12.000 man bestonden. Dit castrum werd na een paar jaar vervangen door een commandocentrale op het Kops Plateau. Er is geopperd dat veldheer Drusus hier kort voor zijn dood nog heeft verbleven, maar concreet bewijs hiervoor ontbreekt.
Rond of iets voor 10 v.Chr. moet Oppidum Batavorum zijn gesticht; op basis van teruggevonden Romeinse muntstukken is men tot deze datering gekomen. Wellicht zijn het eerste Romeinse legerkamp en de nederzetting tegelijk verrezen. De Romeinen wilden met het stichten van Oppidum Batavorum vooral beter de controle houden over de plaatselijk aanwezige Batavenstammen. Deze Bataven hadden hun eigenlijke stamgebied ca. 30 kilometer westelijker.[4][2] De stichting van Oppidum Batavorum maakte wellicht in breder verband deel uit van het Romeinse project van de Civitas Batavorum, waarbij de Romeinen hun eigen bestuurlijke regels oplegden aan de naburige Bataafse stammen. Dit deden de Romeinen, behalve in de Maas-Rijn-regio, ook in een deel van het huidige Noord-Brabant.[5]
De beschikbare archeologische gegevens wijzen er tevens op dat de Bataven niet zozeer in of bij het 'Oppidum Batavorum' zelf woonden, maar in een netwerk van kleinere, agrarische nederzettingen. Hun leefgebied was aldus verspreid over een vrij groot gebied dat overeenkomt met de huidige Betuwe. Volgens archeoloog Willem Willems kan Batavorum hier dan ook nog het beste worden vertaald als "voor de Bataven". Het is anderzijds mogelijk dat Oppidum Batavorum bedoeld was voor Bataafse edellieden, die wellicht het Romeins burgerschap hadden gekregen. Zij stonden dan op hun beurt onder Romeins toezicht.[6]
Tussen 10 n.Chr. en 69 n.Chr. ontwikkelde Oppidum Batavorum zich tot een nederzetting van Gallo-Romeinse handwerkslieden, handelaren, ambtenaren en magistraten. Er moeten zich eveneens Bataafse nederzettingen hebben bevonden ten noorden van de Waal, bij Lent en Oosterhout. Ook hier zijn vele vondsten uit de Romeinse tijd gedaan.
De oppervlakte van Oppidum Batavorum moet maximaal 20 hectare zijn geweest.[2]
Einde
Tijdens de Bataafse Opstand onder Julius Civilis in 69 n.Chr. (tijdens wat ook het "Vierkeizerjaar" genoemd) moet Oppidum Batavorum zijn vernietigd, samen met het Romeinse hoofdkwartier op het Kopse Plateau.
In De origine et situ Germanorum zegt Tacitus dat de Bataven de insula Batavorum (het eiland van de Bataven) bewonen. Dezelfde term gebruikt hij in zijn werk Annales. Aangenomen mag worden dat Tacitus hiermee bedoelde dat de Bataven vooral woonden in een netwerk van kleinere, agrarische nederzettingen, verspreid over een vrij groot gebied (dat overeenkomt met de huidige Betuwe). Als daarbij de Oppidum Batavorum voor hen vooral een soort bestuurscentrum was, lijkt het geheel in lijn met gangbare vormen van opstand dat Julius Civilis de Oppidum Batavorum in brand stak; hij stak niet zijn eigen stad in brand, maar die van de Romeinen.
Archeologisch onderzoek
De archeoloog Jan Hendrik Holwerda (die zich ook als een van de eersten intensief bezighield met het zoeken naar Dorestad) meende omstreeks 1915 op het Kops Plateau de door Tacitus genoemde plek gevonden te hebben, en zelfs het huis van Julius Civilis. Hoewel Holwerda's conclusie op dit punt later onjuist is gebleken, was hoe dan ook duidelijk dat Nijmegen een archeologische toplocatie was. Later ging de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek uit van het Valkhof als meer waarschijnlijke locatie voor Oppidum Batavorum.[2]
De resten van het – voor zover tot nu toe bekend – oudste stenen huis in Nederland zijn in 2005 eveneens hier in de omgeving gevonden: aan de St. Josephhof, op enkele kilometers ten westen van de Hunnerberg. Dit huis dateert naar schatting uit het jaar 40 en moet bij Oppidum Batavorum hebben gehoord.[7]
Belangrijk voor de Romeinse geschiedenis van Nijmegen is in dit verband ook de zogenoemde Godenpijler. Keizer Tiberius moet hier in de periode 14-17 na Christus deze erezuil hebben laten neerzetten ter herinnering aan een geslaagde strafexpeditie tegen de Germanen. In 1980 zijn hier resten van teruggevonden.[4] De Maastrichtse stadsarcheoloog Titus Panhuysen dateerde deze teksten op 17 n.Chr., wat overeenkomt met het beëindigen van de campagnes van Germanicus tegen de Cherusken. Uit deze zuil (die tegenwoordig is te zien in het Rijksmuseum van Oudheden) en de vondsten op het Kopse Plateau kan worden geconcludeerd dat zich hier ter plekke inderdaad een belangrijke Romeinse commandocentrale heeft bevonden.
De meeste archeologische vondsten uit deze tijd (zoals munten) hoorden bij de Romeinse kampementen.
Zie ook
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is (gedeeltelijk) afgesplitst vanaf een ander artikel op de Nederlandstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie deze pagina voor de bewerkingsgeschiedenis.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is (gedeeltelijk) afgesplitst vanaf een ander artikel op de Nederlandstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie deze pagina voor de bewerkingsgeschiedenis.
- ↑ Nijmegen. Geschiedenis van de oudste stad van Nederland: Prehistorie en oude tijd. Inmerc (2005), "Batavodurum: een Bataafs heiligdom?", pp. 97. ISBN 90 6611 230 1.
- ↑ a b c d Nijmegen. Geschiedenis van de oudste stad van Nederland: Prehistorie en oudheid. Inmerc, Wormer, pp. 99. ISBN 90 6611 2301.
- ↑ Geschiedenis van het Valkhof, valkhof.nl
- ↑ a b Nijmegen – Oppidum Batavorum, Spannende Geschiedenis
- ↑ Nijmegen. Geschiedenis van de oudste stad van Nederland: Prehistorie en oude tijd. Inmerc (2005), "Batavodurum: een Bataafs heiligdom?", pp. 99-100. ISBN 90 6611 230 1.
- ↑ De Bataven zijn zoek, noviomagus.nl
- ↑ Oudste stenen huis Nederland gevonden in Nijmegen. nu.nl (14 oktober 2005). Geraadpleegd op 12 februari 2025.