Parasolden | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Parasolden in Toscane | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Pinus pinea L. (1753) | |||||||||||||||
Parasolden in Wellington Botanic Garden | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Parasolden op Wikispecies | |||||||||||||||
|
De parasolden (Pinus pinea) is een boom uit de dennenfamilie (Pinaceae). Het is een conifeer die oorspronkelijk uit het westelijk Middellandse Zeegebied komt en goed bestand is tegen de wind. Sinds de tijd van de Romeinen wordt de boom al aangeplant in kuststreken. De boom kan tot ongeveer 30 m hoog worden.
Botanische beschrijving
De parasolden heeft een paraplu- of parasolvormige kroon met grote, uitgespreide takken die bevestigd zijn aan een korte stam. Het is een opvallende verschijning in het genoemde gebied. De kleur van de boomschors varieert van roodbruin tot oranje. De schors heeft diepe groeven en schubben. De twijgen zijn bleek grijsachtig groen en zijn gekromd.
De knoppen zijn roodbruin en zijn voorzien van witte rafels. De top van de knop is naar buiten gekeerd. De parasolden heeft donkergroene naalden met een scherpe punt. Ze staan in paren en zijn 12-20 cm lang.
De kegelvrucht is glimmend bruin, bolvormig met een afgeplatte voet. De schubben zijn afgerond aan de uiteinden en ze hebben een duidelijke centraal gelegen knobbel. De zaden van de kegel zijn eetbaar en algemeen bekend onder de naam pijnboompit.
Toepassingen
Pijnboompitten worden rauw of geroosterd gegeten en zijn een van de ingrediënten van pesto. Plaatselijk wordt het hout gebruikt voor meubels en andere doeleinden.
-
Jonge plant
-
Jonge plant