Bestuurskunde (Engels: Public Administration) houdt zich bezig met besturen, met het richting geven aan ontwikkelingen in de samenleving. De overheid speelt daarbij een belangrijke rol, omdat deze instantie in de moderne rechtsstaat de taak heeft toegewezen gekregen om die sturing te verrichten. De bestuurskunde bestudeert de overheid in alle lagen, van stadsdeel, gemeente, provincie en Rijk tot internationale organisaties als de VN, NAVO en de Europese Unie. Maar de overheid doet dat niet alleen. Wil men allerlei maatschappelijke problemen aanpakken en wil men de samenleving in de goede richting sturen, dan moeten ook andere partijen aan die sturing meedoen, zoals het bedrijfsleven, individuele burgers en de Civil society. Voor die sturing van de samenleving wordt gebruik gemaakt van allerlei beleidsinstrumenten: wetten, regelingen, subsidies, heffingen, voorlichting, plannen, enzovoort. De bestuurskunde gebruikt daarom ook kennis uit verschillende gerelateerde wetenschappelijke disiciplines, zoals de sociologie, politicologie, economie en rechtsgeleerdheid.
Uitgelicht
Cultuurbeleid is in Nederland het geheel van uitgangspunten waarbinnen de Nederlandse overheid ten aanzien van de culturele sector opereert. Een van de thema's binnen het Nederlandse cultuurbeleid is de culturele diversiteit. Het beleid wordt per vier jaar vastgelegd in Cultuurnota's. Het landelijk beleid valt onder de verantwoordelijkheid van de huidige minister van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, minister Marja van Bijsterveldt. Ook de lagere overheden hanteren tegenwoordig cultuurnota's waarin de speerpunten van provincie of gemeente staan verwoord.
Overheidsbeleid gericht op de culturele sector is een verschijnsel dat in de twintigste eeuw is ingevoerd. Vroeger waren artiesten zoals kunstenaars en componisten afhankelijk van een mecenas. Een bekend buitenlands voorbeeld is de Hongaarse mecenatenfamilie Esterházy die banden aanhielden met de componisten Frans Liszt en Joseph Haydn.