De Ripuarische Franken waren een Germaans stamverband van Frankische stammen die aan rivieren (onder andere de middenloop van de Rijn) woonden. Hun naam Ripa betekent dan ook oever in het Latijn. De Tencteren, Sugambriërs, Cherusken en Chatten worden er gewoonlijk toe gerekend. Zij zijn bekend van de Ripuarische wet, de Lex Ripuaria.
Hun gebied werd Francia Rinensis genoemd en de voornaamste residentie van hun vorsten was Keulen. Het gebied van de Ripuarische Franken, synoniem Rijnfranken, besloeg het gehele Rijngebied, het gebied ten oosten van de Maas en het gebied langs de Moezel. De Ripuarische Franken bleven steeds gelegerd ten oosten van het Kolenwoud of Silva Carbonaria, in tegenstelling tot de Salische Franken (waarnaar hoogstwaarschijnlijk Salland is genoemd). In de Lage Landen heersten de Ripuarische Franken over het gebied boven de Benedenrijn (de Betuwe en Hamaland).
Geschiedenis
Ten tijde van de volksverhuizingen vestigden de Ripuarische Franken zich aan de andere zijde van de Rijn op Romeins grondgebied in de provincie Gallië. Keulen kwam in hun handen en zij bezetten de streek tussen Koblenz, Trier en Metz. Omstreeks 440 plunderden zij de stad Trier. De Romeinse veldheer Aetius trok ten strijde tegen deze invallers en sloot een verdrag, waarbij hij aan de Franken de verdediging van de middenloop van de Rijn toevertrouwde.
Toen de Romeinse macht in betekenis afnam trokken de Ripuarische Franken met de Salische Franken mee naar het zuiden. De verstandhouding tussen deze twee grote stamverbanden was over het algemeen goed. Deze goede verstandhouding blijkt eruit dat in 496 de Ripuarische Frankenkoning van Keulen de hulp van de Salische Frankenkoning Clovis inriep toen de Alemannen langs de Rijn naar het noorden oprukten om hem aan te vallen. Gezamenlijk versloegen zij de Alemannen in dat jaar in de Slag bij Tolbiac (Zülpich).
Na de overwinning op de Visigoten in 507 in de Slag bij Vouillé voelde Clovis zich sterk genoeg om Francia Rinensis in te lijven. De Ripuarische Franken waren minder geromaniseerd dan de Salische Franken en hun gebied behield als vorstendom binnen het Frankische Rijk zijn eenheid. In de 7e eeuw werd hun gebied bekend onder de naam Austrasia en kreeg ook weer een eigen Merovingische koning. Ten tijde van de Merovinger Dagobert I werd het gewoonterecht van de Ripuariërs op schrift gezet, de zogenaamde Lex Ribvaria. Ook de latere Karolingen werden, in tegenstelling tot de vroegere Merovingen, aan de Ripuariërs verbonden.
Latere naamgeving
De Ripuarische Franken worden verbonden met de oorsprong van de naam Frankfurt am Main, wat een vestingstad van de Ripuariërs was veroverd op de Alemannen. Er is een legende van Karel de Grote over deze naamgeving, toen Karel de Grote vocht tegen de Saksen en via Frankfurt passeerde.
Tevens wordt de naam van het gebied Franconië met de Ripuariërs verbonden, een gebied stroomopwaarts de Main tot in Noord-Beieren.
Literatuur
- Edward James, De Franken (vertaald uit het Engels: The Franks), druk 1990, 278 blz., uitgeverij Ambo - Baarn, ISBN 90-263-1044-7
Zie ook
- Gregorius van Tours, Gallische bisschop
- Sidonius Apollinaris, Romeinse schrijver, politicus, bisschop