De Slavische opstand van 983 was een opstand van de ten oosten van de Elbe levende Slavische Liutizen en Abodriten tegen de inlijving van hun gebied in het Oost-Frankische Rijk.
Voorgeschiedenis
Na de veldtochten van Hendrik I en Otto I de Grote golden de Slavische stammen tussen de Elbe en de Oostzee als gekerstend. Als laatste had Otto I de Grote de Abodriten in het jaar 955 onderworpen na de Slag aan de Raxa. Het gebied van de Elbe en de Oostzee-Slaven behoorde eerste tot de Saksische Oostmark, die in 965 in kleinere marken werd opgedeeld. Met name het rooms-katholieke aartsbisdom Maagdenburg ontwikkelde vanaf 968 een actieve kersteningspolitiek.