Het stroma of conidiomatum (meervoud stromata of conidiomata) bestaat uit een dichte structuur van vegetatieve schimmeldraden. Het stroma bestaat uit plectenchymatisch tot pseudoparenchymatisch weefsel van vaak verdikte en sterk gepigmenteerde schimmeldraden.
Bij de ascomyceten liggen in het stroma ten minste een, maar vaak meer ascocarpen. Soms is het stroma overtrokken met conidiën.[1]
Bij de basidiomyceten vormt het stroma de paddenstoel.
-
Stroma met peritheciën van moederkoorn
-
Dwarsdoorsnede stroma met aan de buitenkant de peritheciën van de gladde kogelzwam
-
Stroma van de Berkenzwam (Piptoporus betulinus)
Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Hans Otto Schwantes, Biologie der Pilze. Eine Einführung in die angewandte Mykologie, Uni-Taschenbücher, 1871, Ulmer uitgeverij, Stuttgart, 1996, 46, ISBN=3-8252-1871-6