



Het suprematisme is een vorm van de abstracte kunst uit het begin van de twintigste eeuw; de bloeitijd van deze beweging lag van circa 1915 tot 1930.
Geschiedenis
Deze stijl binnen de schilderkunst werd gegrondvest door de Russische kunstschilder Kazimir Malevitsj, die in 1915 de principes formuleerde. Het suprematisme kan worden gezien in tegenstelling tot het constructivisme. Waar constructivisten zien dat het gehele leven door de techniek beheerst wordt, geloven de suprematisten dat het gevoel de techniek in het leven roept.
Het suprematisme werkt vooral met geometrische figuren zoals het vierkant, de cirkel en de rechthoek. Binnen een volkomen abstracte kunst stond Malevitsj de suprematie van geometrische vormen voor. De weergave van zowel voorwerpen als ideeën werd volkomen afgewezen. Malevitsj' opvattingen zijn het meest radicaal uitgedrukt in zijn schilderij Zwart vierkant, een zwart vierkant op een witte achtergrond.
Het suprematisme van Malevitsj is voor een belangrijk deel gebaseerd op het werk van de Russische wiskundige Nikolaj Lobatsjevski. Vanuit deze denkbeelden is elk schilderij een 'bevroren' beeld van een eeuwige beweging door een ruimte van dimensies, geen omhoog, geen omlaag, geen rechts en geen links.
Malevitsj schreef een kunsttheorie die de grondslag vormde van een deel van zijn oeuvre en die hij het suprematisme noemde, van suprematie, oftewel oppermacht. Zijn eerste suprematistische schilderij komt uit 1913. Zijn 'Zwart vierkant op witte ondergrond' uit 1915 werd het icoon van het suprematisme en was op de eerste tentoonstelling in de 'rode hoek' opgehangen, de speciale plek in huis waar in Rusland de iconen geplaatst worden. Malevitsj stelde: Het vierkante vlak geeft het begin aan van het suprematisme, van een nieuw kleurrijk realisme als een soort van abstract scheppen.
Het is geen figuratieve kunst. Het idioom is gebaseerd op geometrische vormen en pure kleuren plus wit en zwart. Kunst was voor Malevitsj verbonden met het spirituele. Volgens zijn opvatting was het niet nodig dat de kunst een uiting was van politieke, utilitaire of sociale doelstellingen en pretenties. Kunst behoorde autonoom te zijn. Deze opvatting onderscheidde hem van de constructivisten. Er waren verschillende volgelingen, waaronder Ljoebov Popova.
Invloeden
Het kubisme en het futurisme hebben het suprematisme beïnvloed. De bloeiperiode van het suprematisme was aan het einde van de jaren twintig voorbij. Sommige aanhangers sloten zich bij de constructivisten aan. Het suprematisme stond in 1917 in de belangstelling bij andere kunstenaars. Zij gebruikten het ook voor toegepaste kunst. De kunstenaars verenigden zich in het begin van de jaren twintig in een aantal OeNOVIS-groepen. Hoewel de beweging in Rusland weinig weerklank vond en maar een beperkt aantal navolgers kende, had zij wel veel invloed op Kandinsky en de schilders van het Bauhaus en De Stijl. Wat betreft het streven de vormentaal van de beeldende kunst terug te brengen tot zijn essentie liep de beweging vooruit op minimal art.
De Oktoberrevolutie van 1917 werd door veel kunstenaars gesteund. Het nieuwe regime was in het begin gecharmeerd door abstracte en experimentele kunst en had de abstracte kunst tijdelijk een bijzondere waarde voor de Sovjet-regering. Er was zelfs subsidie voor. Maar vanaf 1924, toen het stalinisme in voege trad, begon de Sovjetstaat de artistieke vrijheid in te perken. Het manifest daarentegen werd in Europa een bron van inspiratie voor De Stijl, het Europese constructivisme, het Bauhaus en minimal art. Na de Russische Revolutie meenden veel moderne kunstenaars die onder het regime van de tsaar niet aan het werk konden dat nu eindelijk hun tijd was gekomen. Het communistisch regeringsstelsel verbood echter al snel elke kunstvorm die niet in dienst stond van de staat.
Vormsoort
De schilderijen vertonen grote contrasten zoals:
- rond - hoekig
- geometrisch - organisch
- open - gesloten
- symmetrisch - asymmetrisch
- regelmatig kleurgebruik - onregelmatig kleurgebruik
- enkelvoudig kleurgebruik - samengesteld kleurgebruik
Kunstenaars
- Ksenia Boguslavskaya
- Nina Genke-Meller
- Ivan Kljoen
- Kazimir Malevitsj
- Alex Morgunov
- El Lissitzky
- Ljoebov Popova
- Ivan Puni
- Olga Rozanova
- Sergey Senkin
- Nadezhda Udaltsova