Tilman Riemenschneider | ||||
---|---|---|---|---|
Zelfportret Riemenschneider, Creglingen
| ||||
Persoonsgegevens | ||||
Volledige naam | Tilman Riemenschneider | |||
Geboren | ca. 1460, Heiligenstadt | |||
Overleden | 7 juli 1531, Würzburg | |||
Beroep(en) | Houtsnijder, beeldhouwer | |||
Oriënterende gegevens | ||||
Jaren actief | Ca. 1483 - 1530 | |||
Stijl(en) | Noordelijke renaissance | |||
RKD-profiel | ||||
|
Tilman Riemenschneider (Heiligenstadt, circa 1460 – Würzburg, 7 juli 1531) was een van de belangrijkste Duitse houtsnijders en beeldhouwers van de laatgotiek en de vroege Renaissance.
Leven en werk
Jeugd en opleiding
Tilman Riemenschneider werd geboren tussen 1459 en 1462 in Heiligenstadt in het district Eichsfeld (Thüringen). Hij bracht zijn jeugd door in Osterode, waar zijn vader werkzaam was als muntmeester. Omstreeks 1473 ontving Tilman Riemenschneider een beeldhouw- en houtsnijwerkopleiding, vermoedelijk in Straatsburg en Ulm. Veel is over deze periode in zijn leven niet bekend, maar hij maakte waarschijnlijk kennis met de kunst van de etser Martin Schongauer, wiens werk hem later vaak tot voorbeeld diende.
Carrière
Op 7 december 1483 lukte het Riemenschneider uiteindelijk in Würzburg als gezel in het Sint-Lucasgilde, het gilde der schilders, beeldhouwers en glazeniers, opgenomen te worden. Zijn meesterbrief ontving hij na zijn huwelijk met de weduwe van een goudsmid op 28 februari 1485. Omstreeks 1500 had hij als kunstenaar een uitstekende reputatie verworven en kon zich een welvarende burger noemen. Hij bezat in Würzburg meerdere huizen, landerijen, een eigen wijngaard en een florerend atelier. Hij had vele, soms ook begaafde, gezellen in dienst.
In 1504 werd Tilman Riemenschneider tot raadslid benoemd, welke functie hij gedurende twintig jaar bekleedde. Door dit openbare ambt groeide niet alleen zijn maatschappelijke aanzien, doch verwierf hij ook lucratieve opdrachten. Van 1520 tot 1524 was hij zelfs burgemeester. Omstreeks deze tijd waarde de geest van de Reformatie door het land, hetgeen ook vele burgers van Würzburg aansprak. De stadsraad voerde gedurende langere tijd politieke strijd met de machtige Prins-bisschop, die als Soeverein over het Prinsbisdom Würzburg regeerde en in de Vesting Marienberg resideerde.
Boerenoorlog
De strijd escaleerde in 1525 tijdens de Duitse Boerenoorlog, toen opstandige boeren zich verbonden met de burgers van Würzburg en zich gezamenlijk tegen de bisschop keerden. Tegen de overweldigende troepenmacht van de bisschop waren de burgers en boeren niet bestand en binnen enkele uren konden de troepen Würzburg binnenvallen met gevangenneming van de aanvoerders van de opstand, waaronder alle leden van de stadsraad. Zij werden gevangengezet in de Marienberg, waaronder ook Riemenschneider die twee maanden gevangen zat en zou zijn gefolterd. Alle leden van de stadsraad kwamen weer vrij, ook Riemenschneider, maar moest ten minste de helft van zijn bezittingen afstaan. Hij verloor bovendien door de maatregelen van de nieuwe overheid zijn grote opdrachten en raakte snel in de vergetelheid.
Latere leven
Sindsdien leidde Tilman Riemenschneider een teruggetrokken bestaan in Würzburg. De enige bestelling die nog aan hem kan worden toegeschreven is een werk in een Benedictijns klooster voor nonnen in Kitzingen in 1527.[1] Tot zijn overlijden op 7 juli 1531 in Würzburg leefde hij samen met zijn vierde vrouw. Zijn zoon Jörg uit zijn tweede huwelijk zette het atelier wat hij achterliet voort.
Werkwijze
De door Riemenschneider vervaardigde houten (veelal lindehout) en zandstenen beeldhouwwerken vallen op door de gezichtsuitdrukking, vaak met een 'naar binnen gekeerde blik', en door de rijke plooival van de gewaden. Enkele van zijn beelden zijn, naar men algemeen aanneemt, nooit beschilderd geweest (hoewel dit in die tijd wel gebruikelijk was) om de houtstructuur te tonen. Riemenschneider was de eerste belangrijke beeldhouwer die deze werkwijze toepaste. Ook zijn er enkele beelden bekend uit albast.
De grootste collectie werken (81 stuks) van Riemenschneider bevindt zich in het Museum für Franken (voormalig Mainfränkisches Museum) in Würzburg.
Exposities
- 1981 Würzburg, Mainfränkisches Museum: Tilman Riemenschneider - Frühe Werke
- 2000 New York, Metropolitan Museum of Art: Tilman Riemenschneider. Master Sculpture of the Late Middle Ages
- 2003 Neurenberg, Germanisches Nationalmuseum: Treffpunkt der Meisterwerke. Tilman Riemenschneider zu Gast im Germanischen Nationalmuseum
- 2004 Würzburg: dubbelexpo in Mainfränkisches Museum: Werke seiner Blütezeit en Museum am Dom: Werke seiner Glaubenswelt
Werken (selectie)
- Hassenbacher Vesperbild (circa 1490) (Oberthulba, Pfarrkirche im Ortsteil Hassenbach),
- Apostel-Abschiedsaltar (1491) (Kleinschwarzenlohe bei Neurenberg, Evangelische Allerheiligenkirche)
- Magdalenenretabel (1490/92), Katholische Stadtpfarrkirche St. Maria Magdalena, Münnerstadt
- Adam und Eva (1491/94) (Würzburg, Mainfränkisches Museum
- Mondsichelmadonna (1495) (Museum für Angewandte Kunst (Köln), Inv. Nr. A 1156)
- De heilige Hiëronymus en de leeuw, (37,8cm hoog albasten beeld, rond 1500), The Cleveland Museum of Art, Inv. Nr. 1946.82
- Grabmal des Bischofs Rudolf II. von Scherenberg (1496/99) (Würzburg, Dom St. Kilian)
- Kaisergrab im Bamberger Dom (1499/1514), Bamberg
- Hl. Anna und ihre drei Gatten (circa 1505/1510) (Berlijn, Skulpturensammlung und Museum für Byzantinische Kunst)
- Trauernde Maria aus Acholshausen (circa 1505) (Würzburg, Mainfränkisches Museum)
- Creglinger Marien-Retabel, (1505-1508), Herrgottskirche, Creglingen
- Apostelaltar, Kirchenväteraltar und Verkündigungsaltar (circa 1500), St.-Leo-Kirche, Bibra (bei Meiningen))
- Kruzifixus, (circa 1500-1505), Pfarrkirche St. Nikolaus, Eisingen
- Heiligblut-Retabel (1501-1505), Stadtkirche St. Jakob, Rothenburg ob der Tauber)
- Zwölfbotenaltar (1509), (oorspronkelijk in de St.-Kilians-Kirche zu Windsheim), thans in het Kurpfälzisches Museum der Stadt Heidelberg
- Kreuzigungs-Retabel (1505-1508), Pfarrkirche St. Peter und Paul, stadsdeel Detwang in Rothenburg ob der Tauber
- Epitaphaltar des Fürstbischofs Lorenz von Bibra (1520/22), Dom St. Kilian, Würzburg
- Madonna im Rosenkranz (circa 1521/24), Wallfahrtskirche "Maria im Weingarten" nabij Volkach
- Beweinung Christi (1525, Kirche St. Afra (voormalig Zisterzienserinnen-Klosterkirche), Maidbronn bij Würzburg
- Beweinungsgruppe Christi (circa 1515), Pfarrkirche St. Peter und Paul, Großostheim
- Trauernde Frauen (circa 1500), Landesmuseum Württemberg, Stuttgart
Literatuur
- Michael Baxandall: Die Kunst der Bildschnitzer. Tilman Riemenschneider, Veit Stoß & ihre Zeitgenossen. München 2004, ISBN 3-406-52368-4
- Justus Bier: Tilman Riemenschneider. Würzburg 1925ff.
- Julien Chapuis (e.a): Tilman Riemenschneider: Master Sculptor of the Late Middle Ages. (catalogus Washington/New York 1999/2000). New Haven, Yale University Press, 1999. ISBN 0-300-08162-6
- Iris Kalden-Rosenfeld: Tilman Riemenschneider und seine Werkstatt. Königstein 2006, ISBN 3-7845-3224-1 en (Engelse uitgave 2004) ISBN 3-7845-3223-3 - met een catalogus van werken van Riemenschneider en diens atelier
- Claudia Lichte: Tilman Riemenschneider, Werke seiner Blütezeit. Regensburg 2004
- Jürgen Lenssen: Tilman Riemenschneider, Werke seiner Glaubenswelt. Regensburg 2004
- Erik Soder von Güldenstubbe, e.a.: Tilman Riemenschneider, Gesichter der Spätgotik und sein Erbe im Taubertal. Gerchsheim 2004, ISBN 3-9342-2315-X
- Walter Hege, Eberhard Lutze: Tilman Riemenschneider, 42 Bildtafeln. Hans Schwarz Verlag Bayreuth, omstreeks 1960.
Fotogalerij
-
Apostelretabel - Windsheimer Altar (kopie), Bad Windsheim
-
Creglingen - Marienaltar
-
Heilige Magdalena von Engeln erhoben (1490/2), hoogaltaar Münnerstadt; München, Bayerisches Nationalmuseum
-
Trauernde (Beweinung Christi) (1485/90), Bode Museum (Berlijn)
-
Reliëf Geburt Christi (1505/10), Bode Museum (Berlijn)
-
Heilig-Blut-Altar (1500/05), Rothenburg ob der Tauber
-
Heilig-Blut-Altar, Rothenburg ob der Tauber
-
Hl. Jakobus der Ältere, ca. 1505, Bayerisches Nationalmuseum
- ↑ (de) Tilman Riemenschneider - Werke seiner Blütezeit. Freunde Mainfränkischer Kunst und Geschichte e.V. Würzburg. 2004.