Met de transgenderwet wordt artikel 28 van boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek bedoeld.[1] Dit wetsartikel bepaalt de voorwaarden en mogelijkheden voor transgender personen om hun juridische geslacht te laten veranderen. Het artikel is in 1984 ingevoerd en is in 2001 en 2014 aangepast. In 2021 is een nieuw wijzigingsvoorstel ingediend, dat nog in behandeling is.
Tijdlijn
1984: Introductie
In 1984 werd de eerste aanpassing aan het Burgerlijk Wetboek gemaakt die juridische geslachtswijziging in Nederland mogelijk maakt. Dit ging via een verzoek aan de rechtbank, en hiervoor werden twee voorwaarden gesteld:
a. dat de verzoekende niet gehuwd was;
b. dat de verzoekende niet meer vruchtbaar was, dan wel permanent onvermogend om kinderen te verwekken, dan wel te baren, afhankelijk van het geboortegeslacht.
Verder werd in de wet geeist dat voor de aanpassing van het geslacht de verzoekende, voor zo ver als medisch en psychologisch mogelijk, al aangepast was aan het verlangde geslacht.[2]
2001: Eerste wijziging
In 2001 werd de vereiste om ongehuwd te zijn geschrapt; de vereiste van onvruchtbaarheid bleef bestaan. [3] Deze wijziging vond plaats in verband met de openstelling van het huwelijk in ditzelfde jaar.[4]
2014: Tweede wijziging
In 2014 is ook de vereiste om gesteriliseerd te zijn komen te vervallen.[5]
2020: Excuses
Het Transgendercollectief stelde in 2019 de Staat aansprakelijk voor de schade die de wettelijke sterilisatieplicht veroorzaakt had. In 2020 boden ministers Dekker (Rechtsbescherming) en Van Engelshoven (Emancipatie) officieel excuses aan waarbij zij de sterilisatieverplichting een inbreuk op de lichamelijke integriteit noemden die vandaag de dag eigenlijk onvoorstelbaar is. Zij erkenden dat de sterilisatieplicht groot leed heeft toegebracht. Zij stelden ook een financiële tegemoetkoming voor waar iedereen recht op heeft die tussen 1985 (toen het in 1984 geïntroduceerde wetsartikel van kracht werd) en 2014 verplicht gesteriliseerd is in het kader van een gendertransitie.[5]
2021-2024: Nieuw wijzigingsvoorstel
Naar aanleiding van een breedgedragen evaluatie van de Transgenderwet van 2014 is er in 2021 door minister Dekker (Rechtsbescherming) een nieuw wijzigingsvoorstel ingediend. Met dit voorstel zou de eis van een zogenaamde deskundigenverklaring komen te vervallen, en zou de aanvraag bij de ambtenaar van de burgerlijke stand in de huidige woongemeente gedaan kunnen worden in plaats van dat de wijziging in hun geboortegemeente aangevraagd moet worden.[6]
Het wijzigingsvoorstel werd in september 2023 controversiëel verklaard,[7] en in april 2024 werd duidelijk dat de wetswijziging waarschijnlijk definitief geen doorgang meer zou vinden.[8]
- ↑ wetten.nl - Regelingen - Burgerlijk Wetboek Boek 1. Wettenbank. Geraadpleegd op 17 oktober 2024.
- ↑ Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (1984), "Artikel 28".
- ↑ Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (2001), "Artikel 28".
- ↑ Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bijlage 2 Eindrapport onderzoek geslachtsregistraties - Kamerstuk - Rijksoverheid.nl. www.rijksoverheid.nl (3 juli 2020). Geraadpleegd op 25 april 2024.
- ↑ a b Kabinet maakt excuses voor oude Transgenderwet. Rijksoverheid (30 november 2020). Geraadpleegd op 17 oktober 2024.
- ↑ Vereenvoudiging Transgenderwet: wijziging geslacht in geboorteakte makkelijker. Rijksoverheid (6 mei 2021). Geraadpleegd op 17 oktober 2024.
- ↑ Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het veranderen van de voorwaarden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte. www.tweedekamer.nl (15 april 2024). Geraadpleegd op 15 april 2024. [dode link]
- ↑ Transgenderwet mogelijk van tafel, minister noemt dat 'niet behoorlijk'. nos.nl (11 april 2024). Geraadpleegd op 15 april 2024.