Wegenbouwkunde is het vakgebied dat zich bezighoudt met het bouwen van wegen. Het is een toegepaste wetenschap en onderdeel van de civiele techniek.
Nederland heeft een van de dichtst vertakte wegennetten ter wereld. Van dit gehele netwerk is zo'n 130.000 kilometer verharde weg.
Wegenbouwkunde heeft betrekking op de planning, het ontwerpen, de aanleg alsmede het beheer en onderhoud van wegen en wegvoorzieningen (bruggen, tunnels en dergelijke).
In de wegenbouw worden wegen en paden gemaakt van verschillende materialen, zoals bijvoorbeeld asfalt, beton, bestrating of ongebonden materiaal (grind).
De afwatering van wegconstructies is van fundamenteel belang, omdat dit de enige manier is om te voorkomen dat oppervlaktewater de constructie binnendringt en schade veroorzaakt. Ook wordt door afwatering de verkeersveiligheid gegarandeerd, doordat aquaplaning en ijsvorming worden voorkomen. Om deze reden heeft het wegdek voldoende helling in langs- en/of dwarsrichting, waardoor het water naar de zijkant wordt afgevoerd.
Een doel van de moderne wegenbouw is het creëren van duurzame en veilige verkeersgebieden die zo milieuvriendelijk en zuinig mogelijk zijn. Innovaties in de wegenbouwkunde die milieuvriendelijk zijn, zijn bijvoorbeeld laagtemperatuurasfalt, energie opwekkende wegdekken en ZOAB.