Een wintergast is een vogel die in het winterhalfjaar noordelijk gelegen streken waarin hij heeft gebroed, verlaat om in zuidelijker gelegen streken met een gematigder klimaat te overwinteren. Aldus verlaten miljoenen vogels Scandinavië en Noord-Rusland. Degenen die zuidwestwaarts trekken, komen naar Nederland, België, West-Frankrijk en Zuid-Engeland en soms nog verder. In deze streken is het klimaat gematigder onder invloed van de Golfstroom. Daardoor blijft er wel voedsel aanwezig.
Echte wintergasten in Nederland zijn:
- Kleine zwaan
- Wilde zwaan
- Taigarietgans
- Rotgans
- Toendrarietgans
- Kleine rietgans
- Ruigpootbuizerd
- Koperwiek
- Keep
Broedvogels | jaarvogel | = het hele jaar aanwezig |
zomervogel | = buiten het broedgebied overwinterend | |
standvogel | = broedvogel die geen trek vertoont | |
Gastvogels (niet-broedvogels) |
jaargast | = het hele jaar aanwezig |
wintergast | = in het winterhalfjaar aanwezig | |
zomergast | = in het zomerhalfjaar aanwezig | |
doortrekker | = alleen in de trektijd aanwezig | |
onregelmatige gast | = niet elke winter voorkomend | |
dwaalgast | = slechts bij uitzondering gesignaleerd | |
invasiegast | = zelden, maar dan talrijk voorkomend |
Literatuur
- Bijlsma, R.G., Hustings, F., Camphuysen, C.J. Avifauna van Nederland - 2 - algemene en schaarse vogels van Nederland. KNNV Uitgeverij Utrecht & GMB Uitgeverij, Haarlem