

Een decompactor, diepgronder, of diepwoeler (kortweg woeler) is een landbouwwerktuig gebruikt voor het uitvoeren van een primaire en diepe grondbewerking. Een woeler is in feite niets anders dan een diepwerkende cultivator. De machine wordt voornamelijk gebruikt om vastgereden en verdichte akkers of graslanden los te trekken. Op die manier kan bodemverdichting veroorzaakt door bijvoorbeeld overmatig berijden van de akker of herhaaldelijk ploegen op dezelfde diepte hersteld worden.[1] Een woeler wordt niet gebruikt om een egaal zaaibed te creëren omdat het werktuig de bovenste laag van de grond niet bewerkt. Echter kunnen er achter op de woeler extra machines worden opgebouwd om een akker zaaiklaar te leggen. Daarnaast kunnen vanggewassen wel ingezaaid worden met behulp van een opbouwzaaimachine op de woeler.
In het voorjaar gebruiken de meeste landbouwers een ploeg om bijvoorbeeld dierlijke mest of vanggewassen onder te werken. Door de bodem steeds op dezelfde diepte te ploegen kan een ploegzool ontstaan; een verdichte bodemlaag net onder de bouwvoor die steeds geploegd wordt. Als gevolg hiervan wordt de waterhuishouding, de beworteling en het bodemleven verstoord. Deze laag dient dan ook gebroken te worden door een woeler.[2] Ook andere vormen van bodemverdichting kunnen met een woeler beholpen worden. Het woelen vind plaats wanneer de ondergrond voldoende droog is, meestal is dit na de oogst van graangewassen. Na het woelen wordt geadviseerd om direct een vang(gewas) in te zaaien. Deze gewassen kunnen de ontstane poriën voor een deel bewortelen waardoor de bouwvoor niet in elkaar zakt en de poriënfractie niet afneemt.[3] Vaker hebben landbouwers, vooral akkerbouwers, een woeler in eigen bezit. De aankoop is vaak financieel haalbaar, ook omdat de woeler kan gebruikt worden als zaaimachine voor vanggewassen met behulp van een opbouwzaaimachine. Echter wordt er ook geregeld beroep gedaan op loonwerkers omdat grote woelers veel vermogen vragen van de tractor.
Landbouwmachines komen hoofdzakelijk in drie uitvoeringen voor: een zelfrijdend uitvoering, een getrokken uitvoering, en een gedragen uitvoering. Zelfrijdende landbouwmachines hebben een eigen motor die zorgt voor de voortbeweging van de machine. Getrokken en gedragen landbouwmachines daarentegen, vereisen een trekker of tractor om zich voort te bewegen. Een woeler komt voornamelijk in een gedragen uitvoering voor en in mindere mate in een getrokken uitvoering. Beiden uitvoeringen vereisen dus een tractor voor het woelen.
-
Gedragen woeler
-
Getrokken diepwoeler met twee rijen woelpoten en een dubbele profielringrol als nalooprol die tevens zorgt voor de diepteregeling.
Machine

Een woeler haalt de grond boven de bewerkingsdiepte los en tracht daarmee de waterberging tijdelijk te vergroten. Het frame van de woeler is voorzien van een aantal lange tanden, ook wel woelpoten genoemd. De woelpoot bestaat meestal uit een tand en een beitel. De woeltand gaat verticaal de grond in en is naar voren gekromd. Sommige woelers hebben zijdelings gekromde tanden in plaats van rechte tanden. Dat betekent dat de tand niet alleen naar voren kromt, maar ook naar recht of links kromt. Onderaan de tand zit de beitel, ook wel woelplaat genoemd, die de grond oplicht en zijdelings wegduwt. Zo worden storende grondlagen gebroken opdat de doorlaatbaarheid en structuur van de grond verbetert. Er bestaan ook oscillerende woelers waarbij de woelpoten een trillende beweging maken en daardoor de bodem extra losmaken. De woeltanden van een woeler zijn zo goed als altijd voorzien van een breekboutbeveiliging. Indien de woelpoot op een onverzettelijk voorwerp in de grond stuit, breekt de bout waardoor de woelpoot loskomt van het frame. Hierdoor wordt vermeden dat de woelpoot of zelfs de gehele woeler schade oploopt. Als alternatief voor breekbouten kunnen woelpoten ook uitgerust worden met een drukveer of hydraulische overbelast-beveiliging. De woelpoot kan dan bij een obstakel naar achteren kantelen en breekt niet af. Eenmaal de woelpoot over het obstakel heen gekanteld is, zorgt de veer of hydraulische druk ervoor dat de woelpoot weer naar de originele positie komt. Woelers met één rij woelpoten, al dan niet versprongen, worden vaak gebruikt in combinatie met ander werktuigen aangebouwd achterop de woeler zoals bijvoorbeeld een rotorkopeg. In dat geval spreekt men over een voorzetwoeler. Woelers met meerdere rijen woelpoten of waarbij de woelpoten in een V-vorm staan zijn dan weer minder geschikt als voorzetwoeler. Vaak is een woeler uitgerust met een nalooprol, ook wel wals genoemd. Zo een nalooprol, bijvoorbeeld een profielringrol of buizenrol, dient om de grond na het diepwoelen weer een klein beetje aan te drukken.

De werkdiepte van een woeler ligt ongeveer rond de 30 à 60 cm en is, indien de akker jaarlijks geploegd wordt, liefst een vijftal cm dieper dan de gebruikelijke ploegdiepte. Sommige woelers kunnen de grond tot 80 cm diep los trekken.[4] De werkdiepte van het werktuig is instelbaar met behulp van de achterhef van de tractor, de aanwezige dieptewielen, of de aanwezige nalooprol. Een woeler, gedragen door een tractor, heeft typisch een werkbreedte van 3 meter en vraagt een vermogen van ongeveer 150 pk. Er bestaan ook getrokken diepwoelers, meestal hydraulisch opklapbaar, die werkbreedtes tot acht meter kunnen hebben.[5]
De minder diepgaande vorm van een woeler is een cultivator met diepe tanden, ook wel grondbreker genoemd. Een woeler bewerkt de bovenste grondlaag amper terwijl een grondbreker dat meestal wel doet. Beiden types landbouwwerktuigen lopen echter in elkaar over waardoor hybride uitvoeringen tussen woelers en diepgaande cultivatoren veelvuldig beschikbaar zijn.
Een extreme vorm van een woeler is een ondergronder, ook wel ripper genoemd. Deze heeft meestal slechts één woelpoot, maar werkt dieper in de grond. Een ondergronder kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor het plaatsen van ondergrondse leidingen. Het gebruik van een ondergronder kan een aanwezig drainagesysteem beschadigen als de bewerkingsdiepte te groot is.
Galerij
-
Woeler met twee rijen ondiepe woeltanden om grasland los te trekken in Chelford, Verenigd Koninkrijk. Voor de woeltanden bevinden zich schijven, erachter een packerwals.
-
Voorzetwoeler met rechte tanden. Daarachter hangt een rotorkopeg met een opbouwzaaimachine.
-
Woeler met vóór de woeltanden (met onderaan roestkleurige woelplaten) schijven, erachter een Orionrol. Zie ook de hydraulische overbelast-beveiliging.
-
Getrokken woeler met dieptewielen in Northamptonshire, Verenigd Koninkrijk
-
Ondergronder voor het leggen van ondergrondse leidingen
-
Voorzetwoeler met zes woelpoten. De tanden zijn zijdelings gekromd en beveiligd met een breekboutbeveiliging.
Externe links
- Woelplaten, rechte tanden en versprongen gekromde tanden - video die de 3 types vergelijkt op YouTube
- Oscillerende woeler - animatievideo over de werking van een oscillerende woeler op YouTube
Referenties
- ↑ Nutriënten Management, Instituut NMI (september 2019). bodemleven en (bodem)biodiversiteit. Kans voor Klei 2019
- ↑ Breken ploegzool. Departement Omgeving Vlaamse overheid. Geraadpleegd op 11 maart 2025.
- ↑ Sander Bernaerts, Marije van Beek (november 2009). Test zes voorzetwoelers: verschillen zijn groot. LandbouwMechanisatie 2009
- ↑ Cultermatic. www.imants.com. Geraadpleegd op 29 juli 2024.
- ↑ (en) Cultiplow Platinum Foldable — Agrisem — Soil looseners. Agrisem. Geraadpleegd op 7 september 2024.