Er mochten maximaal 260 gewichtheffers deelnemen, 156 mannen en 104 vrouwen. Een Nationaal Olympisch Comité mocht maximaal zes mannen en vier vrouwen afvaardigen, met hooguit twee deelnemers per gewichtsklasse. Via kwalificatie werden er 147 startbewijzen bij de mannen vergeven en 98 bij de vrouwen. Tien startbewijzen (zes bij de mannen en vier bij de vrouwen) werden na afloop van de kwalificatieronden als wildcard uitgereikt door het IOC c.q. IWF via de olympische tripartitecommissie. Gastland Brazilië had het recht op ten minste vijf startbewijzen, drie bij de mannen en twee bij de vrouwen.