Om ook Carlo Bandirola, Umberto Masetti en Remo Venturi van MV Agusta 500 4C-racers te voorzien hoefde MV Agusta toch slechts twee extra machines in te zetten, want John Hartle startte met de zescilinder 500 6C. Hij viel echter uit, maar John Surtees won zijn zesde Grand Prix met een grote voorsprong op teamgenoten Venturi en Masetti. Dickie Dale reed zijn BMW RS 54 naar de vierde plaats, maar had al een ronde achterstand. Hartle viel met zijn zescilinder uit. Er kwamen ook enkele Moto Guzzi's aan de start, maar omdat de fabriek zich teruggetrokken had waren dat waarschijnlijk Moto Guzzi Falcone Sport's.
In de 350cc-race was de uitslag min of meer zoals verwacht: John Surtees en John Hartle op de eerste twee plaatsen. Hier kwamen geen Italiaanse MV Agusta-coureurs aan de start, waarschijnlijk omdat er van de tamelijk nieuwe MV Agusta 350 4C niet genoeg exemplaren beschikbaar waren. Dat een ster als Geoff Duke met de Norton 40M op een ronde achterstand werd gereden was tekenend voor de kracht van de MV Agusta, maar ook voor de teloorgang van de Norton-eencilinders.