Het woord literatuur heeft verschillende, dicht bij elkaar liggende betekenissen. De ruimste is dat literatuur de verzameling van alle teksten is, geschreven en in mondelinge vorm. Literatuur wordt ook in een enge betekenis gebruikt, waarbij zij tegenover lectuur is gesteld. In die zin zou literatuur de hoge, artistieke vorm en lectuur de lage, populairdere vorm van teksten aanduiden.
Gedichten en poëzie, toneel- en filmteksten, prozateksten die geheel of gedeeltelijk zijn verzonnen (fictie, bijvoorbeeld de roman) en proza dat waargebeurde verschijnselen en personen beschrijft (non-fictie, onder meer de brief, het essay en de autobiografie) kunnen literaire kenmerken bezitten. De definitie van die kenmerken is geen eenvoudige zaak. Veelal zijn meerduidigheid (poly-interpretabiliteit), originaliteit en complexiteit centrale criteria, alsook de betrokkenheid van de lezer bij het herscheppen van de tekst. Waterdichte instrumenten om te bepalen wat literatuur is, levert dat niet op.
Ze werd beroemd in Nederland met kinderboeken als Jip en Janneke, Pluk van de Petteflet en Abeltje en kinderversjes als Dikkertje Dap en Het Beertje Pippeloentje. Generaties Nederlanders zijn met haar poëzie en verhalen opgegroeid, waardoor haar werk tot het collectieve geheugen van naoorlogs Nederland is gaan behoren.
In haar periode bij Het Parool werd ze lid van de cabaretgroep De Inktvis, waaraan ook andere Parool-coryfeeën meededen. Annie Schmidt – de tussenletters M.G. waren nodig ter onderscheiding van een andere schrijfster A. Schmidt – schreef in de beginjaren cabaretteksten en -liedjes voor onder anderen Wim Kan, Wim Sonneveld en Conny Stuart.
Een literatuurprijs wordt periodiek (vaak jaarlijks) uitgereikt aan een auteur voor een specifiek werk, een serie werken of zijn of haar gehele oeuvre. Enkele voorbeelden van bekende literatuurprijzen:
"Er zijn geen goede schrijvers. Soms ontstaat in ons land een goed boek, dat op het gemiddelde peil geen invloed heeft. De goede boeken zijn meestal afkomstig van zonderlingen, liefhebbers die stiekem schrijven in het holst van de nacht en niets te maken hebben met het literaire leven, met de levende literatuur als geheel."
Robinson Crusoe en Vrijdag (Carl Offterdinger, ± 1880)
Robinson Crusoe is een roman van de EngelseschrijverDaniel Defoe. Het boek werd uitgegeven in 1719 en wordt door sommige critici wel beschouwd als de eerste echte Engelse roman. Dat de meningen hierover verdeeld zijn heeft vooral te maken met wat als definitie van de term 'roman' wordt opgevat. Het boek is tevens een van de meest gepubliceerde boeken ter wereld.
De volledige titel luidt 'The Life and Strange Surprising Adventures of Robinson Crusoe of York, Mariner: who lived Eight and Twenty Years, all alone in an uninhabited Island on the coast of America, near the Mouth of the Great River of Oroonoque; Having been cast on Shore by Shipwreck, wherein all the Men perished but himself. With An Account how he was at last as strangely deliver'd by Pirates. Written by Himself'. Waarschijnlijk is dit het eerste boek in de geschiedenis van de literatuur waarin een ik-verteller aan het woord is.
Het boek is een fictieve autobiografie/dagboek van Robinson Crusoe, waarvan het belangrijkste deel zich afspeelt op het onbewoonde eiland waar hij na een schipbreuk terecht komt.
(lees verder)
Bachmann, de dochter van een onderwijzer, was een vooraanstaande exponent van de Duitstalige literatuur na de Tweede Wereldoorlog. Zij studeerde in Innsbruck, Graz en Wenen tussen 1945 en 1950, waar ze zich vooral op de filosofie en psychologie toelegde. Zij doctoreerde met een proefschrift over Martin Heidegger, en ging vervolgens voor de radio werken. In 1952 las ze haar eigen gedichten voor op een bijeenkomst van de Gruppe 47: dit luidde een snelle opmars van haar carrière in. Reeds een jaar later ontving ze de prijs van de Gruppe, voor haar dichtbundel Die gestundete Zeit (lett. de uitgestelde tijd ofwel Tijd In Onderpand), een grimmig, pessimistisch werk, met de beroemd geworden frase: „es kommen härtere Tage“ (er komen moeilijker dagen).
Prof. Dr. Ingeborg Dusar (Universiteit Antwerpen) beschreef het late proza van Ingeborg Bachmann in haar doctoraal proefschrift "Choreographien der Differenz. Ingeborg Bachmanns Prosaband 'Simultan'" (1994). De schrijfster en filosofe Joke J. Hermsen wijdde een belangrijk deel van haar proefschrift Nomadisch narcisme (1993) aan Bachmanns werk.
Een stijlfiguur is in taal een afwijking van de "gewone" manier van zeggen. Dit wordt in de literatuur vaak bewust gedaan om een bepaald effect te bereiken. Gebeurt de afwijking onbewust, dan spreekt men ook wel van een stijlfout. Voorbeelden van bekende stijlfiguren zijn: