Azarja | ||
---|---|---|
Hogepriester van de Israëlieten | ||
Voorganger | Ahimaäz | |
Opvolger | Joas | |
Lijst van hogepriesters van Israël |
Azarja was mogelijk hogepriester van de Joodse tempel in Jeruzalem in de negende eeuw v. Chr. Volgens I Kronieken 6:9 (of 5:36 NBV) was hij de zoon van Jochanan, de zoon van Azarja, de zoon van Ahimaäz, de zoon van Sadok. Maar in I Koningen 4:2 wordt hij de "zoon van Sadok, de priester" genoemd.
In de Bijbel wordt nergens direct gezegd dat Azarja hogepriester werd. In 1 Koningen 4:2 staat hij in een lijst met "vorsten" of "prinsen", tenzij het gedeelte "de priester" niet op Sadok maar op Azarja zelf slaat.
In de geschiedenis van Flavius Josephus[1] en de Joodse kroniek Seder Olam Zutta staat dat Azarja hogepriester was.
Zie ook
- ↑ Oude Geschiedenis van de Joden 10:151-153