De Grand Départ vond voor het eerst sinds 2013 opnieuw plaats in Frankrijk. De regio Manche vormde voor het eerst in de geschiedenis het decor voor de Tourstart. Op 9 december 2014 werden de eerste wedstrijddetails bekendgemaakt, het peloton zou 2 dagen in de Manche blijven en op de derde dag naar het zuiden rijden. De ronde startte niet met een proloog maar met een rit in lijn vanaf het pittoreske eiland Mont Saint-Michel, dat enkel verbonden is met het vasteland via een dam. De aankomst lag in het dorpje Sainte-Marie-du-Mont, meer bepaald Utah Beach, een van de stranden waar de geallieerden het bezette Europa zouden bevrijden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de rit was er ook een korte ceremonie. De tweede etappe ging van Saint-Lô naar Cherbourg-Octeville. De finish lag daar op de top van de Côte de La Glacerie.[1][2] De derde etappe ging van start in Granville, het was duidelijk dat de organisatoren zo snel mogelijk naar de Pyreneeën wilden gaan en dit zonder veel verplaatsingen tussen etappes. De 3e rit met aankomst in Angers en de 4e in Limoges waren beide vlakke ritten langer dan 220 km. De 5de rit tussen Limoges en het skistationnetje Le Lioran ging over lastige wegen in het Centraal Massief. Daarna volgde nog een sprintkans in Montauban voordat de renners gingen klimmen. De 7e rit naar Lac de Payolle was een overgangsrit maar de 8e rit tussen Pau en Bagnères-de-Luchon omvatte 4 cols waaronder de Col du Tourmalet en de Col de Peyresourde, de aankomst echter lag na een afdaling. De 9e rit lag geheel buiten Frans grondgebied. De koninginnenrit in deze Tour lag al voor de eerst rustdag en vertrok in Vielha en liep via Spanje naar Andorra met aankomst op Andorra Arcalis. Het was de 3e keer dat de Tour Andorra aandeed.[3][4]
Na de rustdag in Andorra wachtte het hoogste punt van deze tour in de 12e rit tussen Escaldes-Engordany en Revel bij het beklimmen van de Port d'Envalira, na deze col was het vrijwel vlak waardoor sprinters en aanvallers in het voordeel waren. In de volgende rit naar Montpellier werd er gesprint voordat in de 12e rit een aankomst op de legendarische Mont Ventoux zou liggen. Deze rit werd in verband met harde wind echter ingekort, waardoor niet tot de top werd gereden. In de 13e rit kwamen de tijdrijders aan bod, toen er 37 km tegen de klok werd gereden in de Ardèche, de tijdrit was niet vlak en veroorzaakte belangrijke tijdsverschillen. Toen kwamen de renners aan de voet van de Alpen maar om een uitstap naar Zwitserland mogelijk te maken maakte het peloton een omweg met eerst een vlakke rit naar Villars-les-Dombes. In de 15e rit een lastigere aankomst in Culoz waar 2 verschillende beklimmingen van de Col du Grand Colombier wachtten. De 16e rit kwam aan in Zwitserland met als aankomst Bern. Ook de rustdag lag in Bern waardoor dus beide rustplaatsen buiten Frankrijk lagen.
Daarna volgden de Alpen die ditmaal vanuit het noorden werden bereikt. De organisatoren zetten de Mont Blanc in de verf tijdens deze editie met 4 aankomsten dicht bij de berg. De eerste was nog op Zwitsers grondgebied met als aankomst Finhaut na eerst de Col de la Forclaz en de slotklim richting Lac d'Emosson. De 18e rit was de 2de en laatste tijdrit, een klimtijdrit. Een echte col werd niet beklommen maar de weg liep meestal op tussen Sallanches en Megève. de 19e rit voerde de renners naar de Mont Blanc. Uiteraard niet naar de top maar naar het skistation Saint-Gervais-les-Bains bekend uit de Dauphiné om uiteindelijk op de voorlaatste dag naar Morzine te rijden na de afdaling van de Col de Joux Plane. De laatste rit vertrok iets ten noorden van Parijs in Chantilly en eindigde traditioneel op de Champs-Élysées in Parijs.