Oppervlakkige vingerbuiger | ||||
---|---|---|---|---|
Musculus flexor digitorum superficialis | ||||
Spier | ||||
doorsnede van de onderarm.
| ||||
Synoniemen | ||||
Nederlands | oppervlakkige buigspier van de vingers[1] | |||
Indeling | ||||
Hoort bij | onderarmspieren | |||
Functie | flexie van de falanx 2 tot 5, | |||
Gegevens | ||||
Origo | caput humeroulnare: epicondylus medialis, ligamentum collaterale ulnare. radiale kop: bovenste (superior) helft van de voorkant van de radius. | |||
Insertie | middelste falanx 2 tot 5 | |||
Zenuw | nervus medianus (C7-T1) | |||
Antagonist | musculus extensor digitorum, musculus extensor digiti minimi | |||
|
De musculus flexor digitorum superficialis[2] of oppervlakkige vingerbuiger[3][4] is een belangrijke onderarmspier die zorgt voor buiging (flexie) van alle vingers behalve de duim. De duim wordt door een andere spier gebogen, de musculus flexor pollicis longus.
Literatuurverwijzingen
- ↑ Reys, J.H.O. & Reys, A.M. (1978). Beginselen der anatomie van het bewegingsapparaat. (8ste druk). Zutphen: B.V. W.J. Thieme & Cie.
- ↑ Federative Committee on Anatomical Terminology (FCAT) (1998). Terminologia Anatomica. Stuttgart: Thieme
- ↑ Broek, A.J.P. van den, Boeke, J & Barge, J.A.J (1954). Leerboek der beschrijvende ontleedkunde van de mens. Deel I. Geschiedenis der ontleedkunde, bewegingsorganen, vaatstelsel (8ste druk). Utrecht: N.V. A. Oosthoek’s Uitgeverij Mij.
- ↑ Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.