bewerk
IntroductieArcheologie (samenst. Grieks: ἀρχαῖος – λόγος : 'leer der oudheid') of oudheidkunde is de wetenschap die overblijfselen van oude culturen bestudeert teneinde het verleden te reconstrueren en te duiden. Dergelijke overblijfselen, in het bijzonder door de mens vervaardigde gebruiksvoorwerpen (vakterm: artefacten), worden bij opgravingen gevonden. Het wetenschappelijk onderzoek behelst die overblijfselen en de context waarin zij worden aangetroffen. Daarnaast is er ook forensische archeologie. De archeologische wetenschap heeft een sterk interdisciplinair karakter: diverse aspecten van haar theorie en methoden zijn ontleend aan principes van de culturele en fysische antropologie, de aardwetenschappen, biologie, kunstgeschiedenis en linguïstiek. Voor het op wetenschappelijke wijze dateren van archeologische vondsten, de archeometrie, worden natuurkundige en chemische methoden toegepast. De interdisciplinaire ontwikkeling leidde tot moderne subdisciplines als de geoarcheologie, de archeozoölogie en de archeobotanie. De archeologie wordt vaak cultuurgericht ingedeeld; zo bestudeert de klassiek archeologische richting of Mediterrane archeologie de klassieke oudheid en richt de egyptologie zich op de Egyptische cultuur. In de hedendaagse egyptologie ligt overigens het zwaartepunt op taalkundige aspecten en is de Egyptische archeologie ook weer een aparte discipline. bewerk
Uitgelichte siteHet Amfitheater van Nijmegen was in de oudheid een amfitheater bij het Romeinse legerkamp bij Nijmegen. Het is het enige bekende Romeinse amfitheater in Nederland. Het werd aan het begin van de tweede eeuw gebouwd buiten het terrein van de grote legioenvestiging van Ulpia Noviomagus Batavorum. Het amfitheater werd gebouwd voor de Romeinse legionairs, maar vermoedelijk bezocht ook de inheemse bevolking de voorstellingen. Er werden gladiatorenvoorstellingen gehouden en mogelijk ook gevechten met wilde dieren, al is daar geen archeologisch bewijs voor gevonden. Het amfitheater was ovaalvorming en had afmetingen van 94 bij 82 meter. De arena mat 58 bij 46 meter. Hier omheen stond een tufstenen muur. De tribunes waren gemaakt van hout en rusten op een aarden wal, die was verstevigd met plaggen. De buitenmuur was weer van steen. Er konden vermoedelijk zo'n 12.000 toeschouwers op de tribunes plaatsnemen. Het theater is zeker tot in de 3e eeuw in gebruik geweest. De restanten van het amfitheater zijn in Nijmegen-oost teruggevonden. In enkele straten waaronder de funderingen zich nog bevinden zijn de contouren van het amfitheater aangeven in de bestrating. bewerk
Uitgelichte vondstDe Fibula van Dorestad is een unieke broche vervaardigd aan het eind van de 8e eeuw. Het werd in 1969 tijdens een archeologische opgraving in de voormalige handelsplaats Dorestad (Wijk bij Duurstede) aangetroffen in een oude waterput. Vermoedelijk is de broche tussen 775 en 800 in Bourgondië vervaardigd. Hij heeft een diameter van 8,5 centimeter en is uitgevoerd in goud, versierd met cloisonnéwerk en ingelegd met verschillende kleuren glas, almandijn en parels langs de rand. Het inlegwerk toont christelijke vormen, zoals twee kruisen in elkaar in de stijl van kerkelijk edelsmeedwerk. Enkele stenen ervan zijn verloren gegaan evenals de speld aan de achterzijde waarmee de broche op de kleding kon worden bevestigd. Mogelijk is de broche destijds verborgen in de waterput tijdens de plunderingen door Vikingen in Dorestad. De Fibula van Dorestad is te bezichtigen in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. bewerk
Uitgelichte archeoloogPhilippe-Charles Schmerling (Delft, 2 maart 1790 - Luik, 7 november 1836) was een Belgische arts en prehistoricus. Hij wordt vaak beschouwd als de grondlegger van de paleontologie. In 1829 ontdekte hij als allereerste de fossiele resten van de soort Homo neanderthalensis in een grot in Engis, nabij Luik. In 1829 merkt Philippe-Charles Schmerling in de buurt van Awirs enkele kinderen op die aan het spelen zijn met oude beenderen. Hij identificeert deze beenderen als fossiele resten en gaat op zoek naar gelijksoortige fossielen in een zestigtal grotten in de omgeving. Hij concentreert zich voornamelijk op de grotten te Engis en Engihoul en beschrijft dit uitvoerig in zijn belangrijkste werk Recherches sur les ossemens fossiles découverts dans les cavernes de la province de Liège dat wordt gepubliceerd in 1833 en talrijk is voorzien van illustraties. bewerk
Uitgelichte afbeeldingbewerk
Archeologie naar landbewerk
Wist je dat...
bewerk
Categorieënbewerk
Gewenste artikelenbewerk
Verwante portalen
|