De Tansley-schaal of schaal van Tansley is een veelgebruikte vegetatieschaal waarmee voor landschapselementen of andere grotere oppervlakten een indicatie gegeven kan worden van de abundantie (talrijkheid) of de frequentie van het voorkomen van verschillende taxa van planten, mossen en korstmossen. De talrijkheid en frequentie van voorkomen wordt per aangetroffen taxon weergegeven met een lettercode.
Deze schaal werd ontworpen door de Engelse botanicus Arthur Tansley in 1946. Anders dan bij de Braun-Blanquet-methode geldt hier niet de eis van een representatieve homogene vegetatie.
In de oorspronkelijke publicatie, die het Britse gebruik vastlegde (p. 101–102), was er "vr" (very rare) die later is vervangen door "s" (sparse) en was er een code "va" voor very abundant.
Schattingsschalen voor opnamen van vegetaties[1][2][3][4] | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Braun-Blanquet-schaal[1][2] | Barkman, Doing & Segal[3] | van der Maarel[2][4] |
Tansley-schaal[2] | ||||||||
Symbool | Bedekking | Talrijkheid | Symbool | Bedekking | Talrijkheid | Symbool | Aanwezigheid | ||||
+ | ≤ 1% | weinig individuen | r | ≤ 1% | enkele individuen (1-2) | 1 | s | sporadisch (sporadic) | |||
+ | ≤ 1% | weinig individuen (2–5) | 2 | r | zelden (rare) | ||||||
1 | ≤ 5% | veel individuen | 1 | ≤ 5% | veel individuen (5–50) | 3 | o | zo nu en dan (occasional) | |||
2 | 2m | zeer veel individuen (≥ 50) | 4 | lf | locally frequent | ||||||
5%–25% | - | 2a | 5%–12,5% | - | 5 | f | frequent (frequent) | ||||
2b | 12,5%–25% | 6 | la | locally abundant | |||||||
3 | 25%–50% | 3 | 25%–50% | 7 | a | talrijk (abundant) | |||||
4 | 50%–75% | 4 | 50%–75% | 8 | ld | locally dominant | |||||
5 | 75%–100% | 5 | 75%–100% | 9 | d/cd | overheersend (co-/dominant) |
Homogeniteit
Voor landschapselementen, waar de vegetatie vaak niet homogeen is door vegetatiezonering of vegetatiemozaïeken, wordt de Tansley-schaal veel gebruikt. De code "l" (local = plaatselijk) wordt dan gebruikt in combinatie met andere codes.
Bij vegetatieopnames in homogene proefvlakken wordt gewoonlijk de schaal volgens Braun-Blanquet of de hiervan afgeleide en meer gedetailleerde schaal volgens Barkman, Doing en Segal gebruikt.
- Tansley, A.G. (1946). Introduction to plant ecology. Allen & Unwin, Londen.
- ↑ a b Mueller-Dombois, D. & H. Ellenberg (1974) Aims and Methods of Vegetation Ecology. p. 59-62. Wiley International Edition ISBN 0 471 62291-5
- ↑ a b c d Hennekens, S.M. & Stortelder, A.H.F. (1990). Plantengemeenschappen van Nederland. Het gebruik van numerieke methoden bij het samenstellen van vegetatietabellen. Intern rapport, Rijksinstituut voor Natuurbeheer (RIN), Arnhem, Leersum en Texel
- ↑ a b Barkman, J.J., Doing, H. & Segal, S. (1964). Kritische Bemerkungen und Vorschläge zur Quantitativen Vegetationsanalyse Acta Botanica Neerlandica, Volume 13 - Issue 3 p. 394–419
- ↑ a b Maarel, E. van der (1979). Transformation of cover-abundance values in phytosociology and its effects on community similarity. Vegetatio 39: 97–114. (red.) "The study of vegetation". Junk, The Hague: 161-225.