De Belgische Grand Prix was bijna afgelast nadat het asfalt van het circuit tijdens de trainingen van de Formule 1-Grand Prix aan flarden was gereden. De schade was (omgerekend) ruim 11 miljoen Euro en de autorace werd uiteindelijk op 15 september alsnog gereden. Een delegatie van de coureurs keurde het nieuwe asfalt enkele weken voor de GP goed maar tijdens de trainingen duurde het enige tijd voordat de coureurs genoeg vertrouwen hadden om de oude ronderecords te verpulveren. Wel merkten ze tijdens de vrijdagtraining dat de natte baan erg glad was. Drie van de vier races waren erg saai, omdat ze met groot gemak gewonnen werden: de 250- en de 500cc-race door Freddie Spencer en de 125cc-race door Fausto Gresini.
Het lukte Marlboro-Yamaha maar niet om voldoende vermogen uit de machine van Eddie Lawson te halen om zelfs maar in de buurt van de tijd van Freddie Spencer te komen. Christian Sarron had geen problemen, maar kwam ook niet echt in de buurt. Uiteindelijk ontdekte Kel Carruthers een probleem met de aandrijving van de powervalves, waardoor Lawson alsnog de tweede startplaats bereikte.
In de 500cc-race paste Freddie Spencer dezelfde tactiek toe als in de 250cc-race: Na een bliksemstart zette hij het hele veld binnen enkele ronden op een veilige afstand en vervolgens ging hij rustiger rijden. Als het pitbord aangaf dat er iemand dichterbij kwam draaide hij het gas weer even open. Eddie Lawson moest zich intussen bezighouden met zijn merkgenoot Christian Sarron en zij werden gevolgd door Randy Mamola, Wayne Gardner, Ron Haslam en Raymond Roche. In de dertiende ronde verremde Sarron zich en moest hij Lawson laten gaan. Mamola verremde zich terwijl hij Roche wilde inhalen en ze raakten elkaar zelfs, maar alleen Mamola kwam ten val. Takazumi Katayama bereikte eindelijk weer eens een redelijk resultaat: achtste, maar hij had daarbij geluk dat Dave Petersen in de laatste ronde zonder benzine kwam te staan.
In de 250cc-training viel niet veel bijzonders te melden. Freddie Spencer reed zonder problemen naar poleposition, anderhalve seconde sneller dan de concurrentie. Pierre Bolle presteerde goed met zijn Parisienne door de vierde startplaats te veroveren. De tiende startplaats van Jean-François Baldé was ook opmerkelijk. Het Pernod team bleek te zijn gestopt en Baldé had bij importeur Sonauto een ex-Christian Sarron-Yamaha TZ 250 gekocht.
Nadat de 125cc-race al geen spanning had gekend waar het de eerste plaats betrof, gaf de 250cc-race hetzelfde beeld. Nu was het Freddie Spencer die de race van start tot finish leidde en na de eerste ronde al drie seconden voorsprong had. Toen was Loris Reggiani al in de strobalen gevlogen en in de tweede ronde nam Hans Lindner in zijn val Reinhold Roth mee. Ver achter Spencer werd om de tweede plaats gestreden door Carlos Lavado en Toni Mang. Dat gevecht eindigde toen de machine van Mang tegen het einde langzamer ging lopen. Lavado werd dus tweede en Mang derde.
In de 125cc-training van donderdag raakte Ezio Gianola na een val in shock, waardoor hij van verdere deelname af moest zien. Luca Cadalora liep bij een val een beenblessure op. Fausto Gresini reed de snelste trainingstijd, met als verrassing op de tweede positie de Belg Lucio Pietroniro. De leider in het wereldkampioenschap, Pier Paolo Bianchi, reed slechts de zevende tijd, vier seconden langzamer dan Gresini.
WK-leider Pier Paolo Bianchi had het moeilijk in België, want nadat hij vanaf de tweede startrij moest beginnen ging het in de race ook niet makkelijk. Fausto Gresini nam al snel na de start de leiding om ze niet meer af te staan. Hij won met een ruime voorsprong. De spanning moest komen uit de gevechten achter hem. Lucio Pietroniro deed het in zijn thuisrace erg goed en vocht met Bruno Kneubühler om de tweede plaats. Toen Kneubühler hem in de vierde ronde voorbijstak koos Pietroniro voor zekerheid en de derde plaats. Bianchi was toen hard aan het werk in zijn gevecht met August Auinger, Jean-Claude Selini en Willy Pérez. Selini viel met machinepech uit, maar Auinger klopte Bianchi met tien seconden verschil. Bianchi óf zijn team MBA waren slechte verliezers, want er werd een protest ingediend tegen de cilinderinhoud van de Garelli van Gresini. Die bleek bij nameten 124,6 cc te bedragen.
De zijspanrijders hadden vooral moeilijkheden met het kiezen van de juiste banden voor het nieuwe asfalt in Spa-Francorchamps, maar ook alle andere coureurs keken met argusogen naar de trainingen. Tijdens de trainingen van de Formule 1-Grand Prix was de vorige toplaag stukgereden en het was maar afwachten hoe het wegdek zich onder de driewielers zou houden. Voor de kwalificaties was het geen probleem: Egbert Streuer/Bernard Schnieders waren bijna twee seconden sneller dan Rolf Biland/Kurt Waltisperg en waren met hun tijd zelfs bijna even snel als Freddie Spencer in de 250cc-training.
Egbert Streuer en Bernard Schnieders hadden het in de training goed gedaan: poleposition met bijna twee seconden verschil. Ze startten echter slecht en moesten aansluiten achter de combinaties Rolf Biland/Kurt Waltisperg en Werner Schwärzel/Fritz Buck. In de vierde ronde nam Streuer de eerste plaats over en hij hield die enkele ronden vast. Halverwege de race zat Biland weer op kop, maar Streuer kon hem makkelijk volgen en verklaarde na de race dat hij zijn banden aan het sparen was. Wanneer de achtervolgers dichterbij kwamen nam Streuer de leiding weer even over om het gat te vergroten. Tegen het einde van de race zag hij dat Biland steeds meer risico ging nemen en twee ronden voor het einde nam Streuer de leiding definitief over, reed de snelste ronde en won de race met zestien seconden verschil. Daarbij hielp het ook dat Biland schakelproblemen kreeg.
De Suzuki-teams kregen door het uitblijven van nieuw fabrieksmateriaal steeds meer problemen. Rob McElnea was in de trainingen nog erg tevreden over de door Heron aangeschafte White Power Super Front-voorvork, maar viel al in de eerste ronde uit door een kapotte zuiger nadat hij zich slechts als zestiende gekwalificeerd had. Daarmee was hij de snelste Suzuki-rijder. Het HB-Gallina-Suzuki team stond er nog slechter voor met Franco Uncini op de negentiende startpositie en Sito Pons op de twintigste. Zij waren bang dat sponsor HB er niet lang meer brood in zou zien. Wolfgang von Muralt, die met zijn productie-Suzuki RG 500 als achttiende had mogen starten, viel al in de eerste ronde uit door een gebroken versnellingsbaktandwiel, maar beklaagde zich over het feit dat Suzuki nauwelijks onderdelen kon leveren.
↑Cagiva had nog steeds slechts één machine raceklaar. Die werd gebruikt door Marco Lucchinelli, waardoor Virginio Ferrari, die wel bij Cagiva onder contract stond, niet kon rijden.
↑ abcReinhold Roth en Hans Lindner raakten tegelijkertijd geblesseerd toen Lindner in de tweede ronde ten val kwam en Roth in zijn val meenam. Lindner liep twee open voetfracturen op en Roth brak hetzelfde sleutelbeen dat hij in de Franse GP van 1983 ook al gebroken had. Mar Schouten was indirect ook slachtoffer. Hij reed door een plas benzine doordat er bij dit ongeluk een tank open was gebarsten. Die benzine kwam in zijn koppeling waardoor hij in de pit stopte.
↑ abJean-François Baldé en Jacky Onda maakten deel uit van het team van Pernod, dat maar niet tot goede prestaties kwam. Nu ging het gerucht dat men definitief gestopt was, maar daar mocht Baldé niet over praten. Hij had via de Franse importeur Sonauto een Yamaha TZ 250 aangeschaft, maar reed nog wel met sponsoring van Pernod Ricard. Jacky Onda verscheen helemaal niet aan de strart.
↑Cees Doorakkers viel in de vrijdagtraining en moest voor onderzoek naar het ziekenhuis. Terug op het circuit meldde hij zich bij de wedstrijdarts om zich te laten keuren. De arts keurde hem goed, maar toen Cees op de motor stapte werd hij onmiddellijk met een zwarte vlag naar de kant geroepen. Het bleek dat hij zich bij de verkeerde arts had laten keuren. Hij kon geen snelle tijd meer rijden en kwalificeerde zich niet voor de race.
↑Op grond van zijn tegenvallende prestaties in dit seizoen maar ook al in het seizoen 1984 was Iván Palazzese na de GP van Oostenrijk (waar hij zich niet wist te kwalificeren) ontslagen door de Venezolaanse Yamaha-importeur Venemotos.
↑Erich Klein brak bij een val in de training van de GP van Joegoslavië een heup. Er werd gevreesd dat hij zijn carrière zou moeten beëindigen.
↑Luca Cadalora liep bij een val in de trainingen een beenblessure op. Daardoor miste hij de kans om met een fabrieks-Garelli te rijden. Toen Ezio Gianola geblesseerd raakte wilde teamchef Eugenio Lazzarini diens machine aan Cadalora geven.
↑Ezio Gianola had bij een val in de trainingen een shock, een gescheurde kaak en verwondingen in zijn gezicht opgelopen en kon niet starten.